De camera's aansluiten op
videoapparatuur met fase-
indicatiefunctie
Wanneer u aansluit op een speciale-
effectengenerator, een chromakey-apparaat
of andere videoapparatuur met fase-
indicatiefunctie, volgt u de volgende
basisaanpassingsprocedure:
1
Zet de fase-indicatiefunctie van de
aangesloten videoapparatuur aan.
2
Pas de horizontale fase aan met het
menu.
Selecteer H. PHASE in het menu
SYSTEM.
Voor meer gegevens, zie "Bediening met
menu's" op pagina 15.
3
Pas de subdragerfase aan met het
menu.
Selecteer SC. PHASE in het menu
SYSTEM.
Pas de subdragerfase eerst grof aan door
SC. PHASE ROUGH in te stellen tussen
0° en 180°, en daarna fijn met SC.
PHASE FINE.
Voor meer details raadpleegt u de
handleiding bij de aangesloten
videoapparatuur met fase-
indicatiefunctie.
De camera's aansluiten op
videoapparatuur zonder fase-
indicatiefunctie
Gebruik één van de camera's als
referentiecamera en pas de andere camera's
een voor een aan aan de referentiecamera.
1
Pas de horizontale fase aan. Selecteer
H. PHASE in het menu SYSTEM en
pas dit zo aan dat het
referentievideosignaal en het
uitvoersignaal dezelfde horizontale
fase hebben. Gebruik een
golfvormmonitor of een oscilloscoop
om de fase te controleren.
2
Pas de subdragerfase aan. Selecteer
SC. PHASE in het menu SYSTEM.
Pas de subdragerfase eerst grof aan door
SC. PHASE ROUGH in te stellen tussen
0° en 180°, en daarna fijn met SC.
PHASE FINE zodat het
referentievideosignaal en het
uitvoervideosignaal dezelfde
subdragerfase hebben. Gebruik een
vectorscoop of de wipe-functie van een
speciale-effectengenerator om de
beelden van zowel de referentiecamera
als de aan te passen camera tegelijkertijd
op het scherm weer te geven.
Opnamen maken
35