Inleiding tot VLT® HVAC Dri...
VLT® HVAC Drive Design Guide
2.7.21 Primaire pompen
Primaire pompen in een systeem met primaire/secundaire pompen kunnen worden gebruikt om een constante stroming te
2
2
handhaven in apparaten die bedienings- of regelproblemen hebben bij een variabele stroming. De primaire/secundaire
pomptechniek ontkoppelt de 'primaire' productiekringloop van de 'secundaire' distributiekringloop. Hierdoor kunnen
apparaten zoals koeleenheden een constante ontwerpflow aannemen en goed functioneren, terwijl de stroming in de rest
van het systeem kan variëren.
Wanneer de verdampingssnelheid in een koeleenheid afneemt, begint het gekoelde water overgekoeld te raken. Wanneer
dit gebeurt, probeert de koeleenheid zijn koelcapaciteit te verminderen. Als de stromingssnelheid ver genoeg of te snel
daalt, kan de koeleenheid zijn belasting niet voldoende afvoeren en schakelt de beveiliging voor een lage verdampingstem-
peratuur de koeleenheid uit, waardoor een handmatige reset nodig is. Deze situatie komt regelmatig voor in grote
installaties, met name wanneer twee of meer koeleenheden parallel zijn geïnstalleerd en er geen primaire/secundaire
pompen zijn.
2.7.22 De VLT-oplossing
Het energieverbruik van de primaire kringloop kan aanzienlijk zijn, afhankelijk van de omvang van het systeem en van de
primaire kringloop.
Een frequentieomvormer kan aan het primaire systeem worden toegevoegd in plaats van een smoorklep en/of het afdraaien
van de pompwaaiers, waardoor de bedrijfskosten lager worden. De volgende twee besturingsmethoden worden het vaakst
toegepast:
De eerste methode maakt gebruik van een stromingsmeter. Omdat de gewenste stroming bekend is en constant is, kan de
pomp rechtstreeks worden geregeld via een stromingsmeter bij de uitlaat van elke koeleenheid. Met behulp van de
ingebouwde PID-regelaar handhaaft de frequentieomvormer altijd de juiste stroming en compenseert hij zelfs de
veranderende weerstand in de primaire kringloopleiding bij het gefaseerd in- en uitschakelen van koeleenheden en
bijbehorende pompen.
De andere methode is gebaseerd op een bepaling van de lokale snelheid. De bediener verlaagt de uitgangsfrequentie
totdat de ontwerpflow bereikt is.
Het gebruik van een frequentieomvormer voor het verlagen van de pompsnelheid lijkt op het afdraaien van de
pompwaaier, behalve dan dat er geen inspanning voor nodig is en dat het pomprendement hoger blijft. De inbedrijfsteller
verlaagt de snelheid van de pomp totdat de juiste stroming bereikt is en zet deze snelheid vast. De pomp zal bij elke
inschakeling van de koeleenheid met deze snelheid werken. Omdat de primaire kringloop geen regelkleppen of andere
mechanismen bevat waardoor de systeemkromme kan veranderen en de variatie als gevolg van het gefaseerd in- en
uitschakelen van pompen en koeleenheden doorgaans laag is, blijft deze vaste snelheid geschikt. Mocht het later tijdens de
levensduur van het systeem nodig zijn om de stroming te verhogen, dan hoeft de frequentieomvormer enkel de
pompsnelheid te verhogen en hoeft er geen nieuwe pompwaaier te worden geïnstalleerd.
MG.11.BB.10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
29