VOORZICHTIG
Gebruik van een machine met versleten of
onjuist afgestelde remmen kan tot persoonlijk
letsel leiden.
Als de vrije slag van het rempedaal tot de vloer
van de machine minder dan 25 mm bedraagt,
moeten de remmen worden afgesteld of
gerepareerd.
Schakelhendel
Trap het koppelingspedaal volledig in en zet de
schakelhendel
(Figuur
ziet hieronder een schematische weergave van het
schakelpatroon.
Belangrijk:
Schakel de transaxle uitsluitend in
of
ACHTERUIT
VOORUIT
anders kunt u schade toebrengen aan de
transaxle.
VOORZICHTIG
Terugschakelen bij te hoge snelheid kan ertoe
leiden dat de achterwielen slippen waardoor
de kans bestaat dat u de controle over de
machine verliest, en de koppeling en/of
transmissie schade oploopt.
Schakel soepel om te voorkomen dat de
versnellingen slijten.
Differentieelvergrendeling
Met de differentieelvergrendeling
de achteras worden vergrendeld om de tractie te
verbeteren. U kunt de differentieelvergrendeling
inschakelen als de machine in beweging is.
Beweeg de hendel naar voren en naar rechts om de
grendel in te schakelen.
Opmerking:
Om de differentieelvergrendeling in of
uit te schakelen, moet de machine in beweging zijn en
een flauwe bocht maken.
8) in de gewenste stand. U
Figuur 8
als de machine stilstaat;
(Figuur
9) kan
VOORZICHTIG
Als u een bocht maakt met ingeschakelde
differentieelvergrendeling, kunt u de controle
over de machine verliezen.
Schakel de differentieelvergrendeling
uit als u scherpe bochten maakt of bij
hoge snelheid werkt; zie
differentieelvergrendeling afstellen (bladz.
48).
g009160
1. Parkeerremhendel
2. Hydraulische hefhendel
van laadbak
3. Vergrendeling
hydraulische hefinrichting
4. Differentieelvergrendeling
Parkeerremhendel
Als u de motor afzet, moet u de parkeerrem
in werking stellen om te voorkomen dat de machine
per ongeluk in beweging komt.
•
Om de parkeerrem in werking te stellen, moet u
de hendel naar achteren trekken.
•
Duw de parkeerremhendel naar voren om de
parkeerrem vrij te zetten.
Opmerking:
de machine verplaatst.
Als u de machine op een steile helling parkeert,
stel dan de parkeerrem in werking, kies de
versnelling (als het voertuig met de voorkant naar
boven wijst) of
naar beneden wijst), en plaats keggen onder de
wielen.
16
Kabel van de
Figuur 9
5. Hendel hoog-laag bereik
6. Knop vierwielaandrijving
(alleen modellen met
vierwielaandrijving)
7. Schakelhendel
Zet de parkeerrem vrij voordat u
(als het met de voorkant
ACHTERUIT
g350294
(Figuur
9)
EERSTE