FLUXUS G831
14
Ingangen
De ingangen worden in de programmavertakking Speciale functies geconfigureerd en in de programmavertakking
Opties toegewezen aan de afzonderlijke meetkanalen.
14.1
Configuratie van een ingang
Speciale functies
→ Stroom Ix
→ Temperatuur Tx
zie bijvoegsel A
De keuzelijst bevat alle beschikbare ingangen.
• Kies een lijstnotering:
– Stroom Ix (-)
– Temperatuur Tx (-)
Als de ingang reeds is geconfigureerd, dan verschijnt hij als volgt in beeld: Stroom I1(+).
De ingang vrijgeven
Als de ingang gebruikt moet worden, moet hij worden vrijgegeven.
Speciale functies\Ingangen\Stroom I1\I1 vrijgeven
• Kies Ja om de instellingen voor een reeds vrijgegeven ingang te veranderen of om een nieuwe ingang te vrijgeven.
• Kies Nee om een reeds geconfigureerde ingang te blokkeren en terug te keren naar het vorige menupunt.
• Druk op ENTER.
14.1.1
Temperatuuringangen
Bij het configureren van een temperatuuringang wordt de temperatuursensor gekozen.
De temperatuursensor kiezen
Speciale functies\Ingangen\Temperatuur Tx\Pt100/Pt1000
• Kies de temperatuursensor:
– Pt100
– Pt1000
De temperatuurcorrectie activeren
Voor elke temperatuuringang kan een temperatuurcorrectie (offset) worden vastgelegd. Deze functie wordt in het
menupunt Speciale uitvoering\Dialogen/menu's geactiveerd.
Speciale functies\Dialogen/menu's\Tx Temperatuuroffset
• Kies Ja om de temperatuurcorrectie te activeren. Kies Nee om ze te deactiveren.
• Druk op ENTER.
Opmerking!
De ingevoerde correctiewaarde van elke temperatuuringang wordt bewaard en in beeld gebracht als de
temperatuurcorrectie weer wordt geactiveerd.
UMFLUXUS_G831V1-0NL, 2021-05-01
Ingangen
Als de transmitter is uitgerust met ingangen, dan moeten
deze worden geconfigureerd.
• Kies de programmavertakking Speciale functies.
• Druk op ENTER.
Speciale functies\Ingangen
• Kies de ingang die geconfigureerd moet worden.
• Druk op ENTER.
14 Ingangen
14.1 Configuratie van een ingang
141