Inhoudsopgave
Advertenties
FLUXUS G831
17.4
Diagnose met behulp van de snap-functie
17.4.1
Configuratie
Met de snap-functie kunt u meetparameters bewaren die bij het uitwaarderen van meetresultaten of voor
diagnosedoeleinden van pas kunnen komen. Om de snap-functie te kunnen gebruiken, moet u deze eerst configureren.
Speciale functies\Snap\Configuratie
• Kies het menupunt Configuratie.
• Druk op ENTER.
Speciale functies\Snap\Configuratie\Snap
• Kies Aan als u de snap-functie wilt activeren.
• Druk op ENTER.
Speciale functies\Snap\Configuratie\Snap-Ringbuffer
• Kies Ja als u de snap-ringbuffer wilt activeren.
Als de snap-ringbuffer geactiveerd is, dan worden vanaf de 51esnap telkens de oudste snaps overgeschreven. Als de
snap-ringbuffer gedeactiveerd is, kunnen er maximaal 50 snaps worden bewaard.
• Druk op ENTER.
Speciale functies\Snap\Configuratie\Autom. Snap
• Kies Ja als Auto-Snap geactiveerd moet worden.
Als Auto-Snap geactiveerd is, dan wordt er bij een meetuitval automatisch een snap bewaard.
• Druk op ENTER.
Speciale functies\Snap\Configuratie\Snap op R1
• Kies Ja als er voor event trigger R1 een event geparametreerd is dat een snap moet activeren.
• Druk op ENTER.
17.4.2
Informatie over snaps
Speciale functies\Snap\Snap Info
• Kies het menupunt Snap Info.
• Druk op ENTER.
De volgende informatie verschijnt in beeld:
weergave
Snaps bewaard
Snaps vrij
Ringbuffer
UMFLUXUS_G831V1-0NL, 2021-05-01
beschrijving
aantal bewaarde snaps
aantal van snaps dat nog bewaard kan worden
snap-ringbuffer geactiveerd
17 Uitgebreide functies
17.4 Diagnose met behulp van de snap-functie
161
Advertenties
Inhoudsopgave
