Reservewiel opbergen
1 Leg het reservewiel op de grond, met het ventiel aan de
bovenkant.
2 Leg het reservewiel onder de achterkant van het voertuig
en breng de klem aan in het midden van de velg, zodanig
dat de klem stevig op zijn plaats zit.
3 Draai de wielmoersleutel rechtsom tot er een klik te horen
is. Dit geeft aan dat het reservewiel gemonteerd is.
Controleer na montage of het reservewiel stevig vastzit. Als
het wiel loszit, kan het door de trillingen onder het voertuig uit
vallen en een ongeluk veroorzaken.
4 Breng de afdekkap boven de reservewielbout aan.
DV90 NL.indd 195
DV90 NL.indd 195
Wat te doen in een noodsituatie
Let op
Wiel verwisselen
Voertuig parkeren
Parkeer
het
voertuig
ondergrond zonder het verkeer te hinderen of uzelf in
gevaar te brengen.
Zet
de
waarschuwingsknipperlichten
u zich op een openbare weg bevindt en plaats een
gevarendriehoek.
Zorg dat de ondergrond waar de krik op staat stevig
genoeg is om de krik en het op te krikken voertuig
te ondersteunen. Als de krik wegens instabiliteit niet
blijft staan, veroorzaakt dat schade aan het voertuig
en/of letsel.
Zet de andere wielen vast met geschikte wielblokken.
Gebruik nooit een krik als de ondergrond niet vlak is.
Vraag hulp als de krik niet geschikt is voor gebruik of
als u twijfelt of u de taak veilig kunt uitvoeren.
De voorwielen moeten recht vooruit staan.
Zet de motor af, trek de handrem aan en zet de
schakelpook
in
stand
versnellingsbak) of zet de keuzehendel in stand P
(6AT).
op
een
stevige,
vlakke
aan
als
1/R
(handgeschakelde
195
24.06.2020 10:58:43
24.06.2020 10:58:43
3