Beginnen met naaien
Naalddraad selecteren
De naald en de draad moeten zorgvuldig op elkaar zijn afgestemd. De juiste naalddikte hangt af van het
gekozen type garen en de gebruikte stof. Het soort stof is bepalend voor het type garen, de naalddikte en de
vorm van de naaldpunt.
Op deze machine kunt u werken met naalddikte 70 ─ 90.
Verhouding naald/garen controleren
Grijperdraad selecteren
Voor grijperdraden kunt u diverse soorten garens gebruiken. Deze kunt u met de one-step BERNINA
luchtinrijger inrijgen. Bij heel dik draad moet u de luchtinrijgeromloop gebruiken. (zie pagina 91)
LET OP
Beschadiging door gecoat garen of garen met een waslaag
Gecoate garens of garens met een waslaag kunnen in de buisjes van de luchtinrijger een deel van hun
coating verliezen met als gevolg dat de buisjes verstopt raken. In dat geval is reparatie door de BERNINA
dealer vereist.
Gebruik geen gecoat garen of garen met een waslaag.
62
Soort garen
Polyester overlockgaren nr. 120
Polyester multifilament < nr. 120
Bulkgaren
Decoratief garen
Metallic garen
De verhouding van naald en garen is correct als de draad tijdens het naaien precies in de
lange gleuf van de naald en door het naaldoog kan worden geleid.
De draad kan breken en er kunnen steekfouten ontstaan als de draad te los in de gleuf
en het oog van de naald ligt.
De draad kan breken of klemraken als deze langs de rand van de gleuf schuurt en niet
optimaal door het oog van de naald glijdt.
Naalddikte
80 – 90
70 – 90
80 – 90
80 – 90
80 – 90