Instellen
Luchtaansluitingen
Luchtaansluitingen
Luchtaansluitingen
Het solenoïdeverdeelstuk is met leidingen van 4 mm
(5/32 inch) aan de doseerventielen van de pomp
aangesloten. Zie het leidingschema voor de pomp
op de volgende pagina.
OPMERKING:
OPMERKING: De leidingen moeten voor alle
OPMERKING:
aansluitingen 457 mm ± 13 mm lang zijn (18 inch
± 1/2 inch). Gebruik altijd leidingen met een gelijke
lengte voor een evenwichtige timing van de ventielen.
Als de leidingen langer dan 457 mm (18 inch) zijn,
neemt de responstijd van de ventielen toe.
10
1. Onderaan het solenoïdeverdeelstuk vindt u vier
poorten met leidingfittingen: BOVEN OPEN,
BOVEN GESLOTEN, BENEDEN OPEN en
BENEDEN GESLOTEN. Deze poorten voeren
lucht aan om de inlaatdoseerventielen van de
pomp te openen en te sluiten.
Figure 4 Leidingaansluitingen bij pomp
solenoïdeverdeelstuk, naar inlaatverdeelstuk van
de pomp
a. Sluit de groene leiding (G) van de
BOVEN OPEN-fitting aan op de
90°-leidingfitting aan de zijkant van
het INLAAT BOVEN-doseerventiel.
b. Sluit de rode leiding (R) van de
BOVEN GESLOTEN-fitting aan op de
90°-leidingfitting aan de zijkant van het
INLAAT BOVEN-doseerventiel.
c. Sluit de zwarte leiding (K) van de
BENEDEN OPEN-fitting aan op de
90°-leidingfitting aan de zijkant van het
INLAAT BENEDEN-doseerventiel.
d. Sluit de rode leiding (R) van de
BENEDEN GESLOTEN-fitting aan op
de 90°-leidingfitting aan de zijkant van het
INLAAT BENEDEN-doseerventiel.
Figure 5 Leidingaansluitingen inlaatverdeelstuk
334084M