•
Om de machine te stoppen, laat u de
tractiebediening los
Opmerking:
Hoe verder u de tractiebediening in een
bepaalde richting beweegt, hoe sneller de machine
in die richting gaat.
Hendel voor de laderarm/werktuig-
kanteling
•
Om het werktuig naar voren te kantelen, beweegt
u de hendel langzaam naar rechts
•
Om het werktuig naar achteren te kantelen,
beweegt u de hendel langzaam naar links
10).
•
Om de armen omlaag te brengen, beweegt u de
hendel langzaam naar voren
•
Om de armen omhoog te brengen, beweegt u de
hendel langzaam naar achteren
•
Om de armen omlaag te brengen naar de
zweefstand, beweegt u de hendel volledig naar
voren
(Figuur
10).
Opmerking:
Hiermee kunnen werktuigen zoals
de nivelleerschuif en het hydraulische blad de
contouren van de grond volgen (bijvoorbeeld
zweven of schuiven).
Figuur 9
(Figuur
5).
(Figuur
(Figuur
10).
(Figuur
10).
g008132
1. Zweefstand
2. Laat de armen van de
lader neer.
3. Hef de armen van de lader
op.
Door de hendel naar een tussenliggende stand
10).
(bijvoorbeeld naar voren en naar links) te bewegen,
kunt u tegelijkertijd de armen van de lader bewegen
en het werktuig kantelen.
(Figuur
Vergrendeling van klep van lader
Met vergrendeling van de klep van de lader kunt u
de hendel voor de laderarm/werktuigkanteling zo
vergrendelen dat u deze niet naar voren kan bewegen.
Dit voorkomt dat iemand per ongeluk de armen van de
lader neerlaat tijdens onderhoudswerkzaamheden. U
dient de armen van de lader te vergrendelen telkens
wanneer u de machine uitschakelt terwijl de armen
zijn opgeheven.
Om de vergrendeling aan te brengen, brengt u
de vergrendeling omhoog uit de opening in het
bedieningspaneel en draait u de vergrendeling naar
links, vóór de hendel van de laderarm, en duwt u
de vergrendeling omlaag in de vergrendelde stand
(Figuur
11).
1. Hendel voor lader-
arm/werktuigkanteling
11
Figuur 10
4. Werktuig naar achteren
kantelen.
5. Werktuig naar voren
kantelen.
Figuur 11
2. Vergrendeling van klep
van lader
g004178
g029981