Inhoudsopgave
Advertenties
Onderhoud
WAARSCHUWING:
zorg
dat de stroomtoevoer vóór iedere
onderhoudsbeurt onderbroken is.
Indien het koelmiddelcircuit jaarlijks
gecontroleerd
moet
overeenstemming
met
(EU) nr. 842/2006, dient u hier de nodige
informatie daartoe te bezorgen.
Het
onderhoud
is
een
handeling om de veiligheid, de goede
werking en de duurzaamheid van de
installatie te verzekeren.
Daarbij moeten de geldende voorschriften
steeds nageleefd worden.
Er wordt gevraagd om de druk van het
koelgas periodiek te controleren.
Alvorens met het onderhoud te starten:
• De stroomtoevoer naar de installatie
onderbreken
• De waterkranen in het
verwarmingscircuit sluiten
BELANGRIJK!
Bij correcte werking van het systeem be-
draagt de minimumwaarde van de wa-
tertemperatuur 20 °C. Tijdens de startfa-
se van de machine is het toegestaan om
met lagere temperaturen te werken. Als
de temperatuur van de BUITENLUCHT
onder 12 °C zakt, is een back-up energie-
bron nodig.
DE GEÏNTEGREERDE WEERSTANDELE-
MENTEN MOGEN NOOIT ELEKTRISCH
VAN HET KLEMMENBLOK WORDEN LOS-
GEKOPPELD.
Algemene opmerkingen
De volgende controles moeten minstens
eenmaal per jaar worden uitgevoerd:
1. Visuele controle van de algemene staat
van het systeem.
2. Controle op lekken in het hydraulisch
circuit en eventueel vervanging van de
dichtingen.
3. Dichtheid van het circuit voor het
koelgas.
4. Controleer
de
werking
veiligheidsinrichtingen
verwarming (thermostaten).
5. Algemene controle op de werking van
de installatie.
6. Controleer
de
druk
verwarmingscircuit.
7. Houd het rooster vooraan en het
battery pack van de Buiten unit schoon.
Voor de Buiten unit dient u de
volgende parameters te controleren:
ervoor
1. Condensaatbak
schoonmaken
2. Aanspanning van schroeven
worden
in
3. Werking van dempers
Verordening
4. Geluidsemissie
5. Properheid van verdamper
essentiële
Reiniging
Indien nodig, kunnen de behuizingen
met een natte doek schoongemaakt
worden. Zorg dat er geen krassen op de
behuizingen komen. Vermijd dat er water
door de roosters sijpelt. Gebruik geen
alkalische schoonmaakmiddelen.
LET OP!
Laat componenten met resterend warm
water leeglopen voordat u ermee aan de
slag gaat.
Verwijder kalkaanslag op de componenten
in overeenstemming met de instructies
voor de gebruikte ontkalker.
Doe dit in een verluchte ruimte, draag de
nodige beschermingsmiddelen, voorkom
dat chemische producten gemengd
worden en bescherm de uitrusting en de
voorwerpen in de omgeving.
Informatie voor de gebruiker
Informeer de gebruiker over de werking
van de geïnstalleerde apparaten.
Bezorg de gebruiker in het bijzonder
de gebruikshandleiding, waarin wordt
vermeld dat hij de handleiding in de
buurt van het apparaat moet bewaren.
Informeer de gebruiker ook over de
noodzaak om de volgende handelingen
te stellen:
• Periodieke controle van de waterdruk
• Het systeem onder druk stellen, indien
nodig aan aangepaste ontluchting
voorzien
• De
parameterinstelling
apparaten aanpassen met het oog
op een betere werking en een
van
de
economischer beheer van het systeem
voor
de
• Periodiek
onderaanneming geven zoals in de
regels voorzien
in
het
Antivriesfunctie
De primaire circulatiepomp van de
Binnen unit start op minimumsnelheid
controleren/
wanneer de temperatuur die door de
aanvoerwatertemperatuursensor (EWT)
gemeten wordt in verwarmingsmodus
minder
wanneer de temperatuur die door de
afvoerwatertemperatuursensor
gemeten wordt in verwarmingsmodus
minder dan 10 °C of in koelmodus minder
dan 1 °C bedraagt.
De
komt
a a n v o e r w a t e r t e m p e r a t u u r s e n s o r
(EWT)
dan 8 °C aangeeft of wanneer de
afvoerwatertemperatuursensor (LWT) in
verwarmingsmodus meer dan 10 °C of in
koelmodus meer dan 4 °C aangeeft.
Bij storing van de LWT-sensor wordt de
bescherming ingeschakeld op basis van
de buitentemperatuursensor (OAT) van
de Buiten unit.
De
wanneer de buitentemperatuursensor
in verwarmingsmodus meer dan 7 °C
aangeeft.
De
tot
de
verwarmingsmodus meer dan 8 °C
aangeeft.
Deze controle wordt elke 15 minuten
herhaald.
Antivriesbescherming van de Binnen
unit
De primaire circulatiepomp van de
Binnen unit start op maximumsnelheid
wanneer de temperatuur die door de
CV aanvoertemperatuursensor gemeten
wordt in verwarmingsmodus minder dan
7 °C bedraagt.
Als de temperatuur na 5 minuten nog steeds
minder dan 9 °C is, start de compressor van
voor
de
de warmtepomp op een frequentie van
50 %. Als de temperatuur na 25 minuten
nog steeds minder dan 9 °C is, wordt de
weerstand
onderhoud
in
circulatiepomp komt tot stilstand wanneer
de
verwarmingsmodus meer dan 9 °C aangeeft.
dan
7
°C
bedraagt
primaire
circulatiepomp
tot
stilstand
wanneer
in
verwarmingsmodus
primaire
circulatiepomp
primaire
circulatiepomp
stilstand
na
30" of
wanneer
buitentemperatuursensor
ingeschakeld.
De
CV
aanvoertemperatuursensor
NL/BE / 47
of
(LWT)
de
meer
start
komt
in
primaire
in
Advertenties
Inhoudsopgave
