14 Koudemiddelleidingen plaatsen
De buitenmodule is voorgevuld met R410A-koudemiddel.
Bij leidinglengtes tot 12 m is geen bijvullen vereist.
Minimale leidinglengte 3 m, maximale leidinglengte 25 m,
Max. hoogteverschil tussen binnen- en buitenunit 15 m
Bij 12 – 25 m leidinglengte moet 60 g/m koudemiddel R410A worden bijgevuld.
Uitsluitend voor koudemiddel geschikte leidingen van koper conform EN-12735-1, alsmede tot 120°C
temperatuurbestendige warmte-isolatie gebruiken. (Nominale diameter zie hoofdstuk „Technische gegevens").
Zuiggasleiding en vloeistofleiding moeten apart thermisch worden geïsoleerd. Thermische isolatie met gesloten
celstructuur, diffusiedicht, min. 6 mm dik.
Indien koelmiddelleidingen worden verlengd, dan is dit in de buitenzone niet toegestaan. Deze aansluitpunten
dienen voor dichtheidscontroles te allen tijde toegankelijk te zijn, daar zij een potentieel risico op lekkage vormen.
Gevaar voor letsel door verkeerd geïnstalleerde leidingen
De leiding zodanig installeren dat er geen gevaar voor personen aanwezig is.
Vóór het installeren in acht nemen:
− bij het installeren met andere procestechnische leidingen in schachten, bijv. een rookgasafvoerbuis
dat heet kan worden, kan er een wisselwerking ontstaan. Procestechnische leidingen eventueel
isoleren.
− Leiding nicht in liftschachten installeren.
− In openbare trappenhuizen en doorgangen op ten minste 2,20 m hoogte installeren.
− Door brandwanden en brandwerende plafonds verlopende leiding brandbestendig afdichten.
− Leiding tegen buitensporige belasting beschermen.
− Leiding tegen milieu-invloeden beschermen, bijv. vuil, afval, water.
Schade door verontreinigingen in het koudemiddelcircuit
Opgelet
Vocht of vuil bijv. metaalspanen kunnen in het koudemiddelcircuit terechtkomen.
− Gebruikte koudemiddelleiding niet nogmaals gebruiken.
− Uitsluitend afgesloten koudemiddelleiding gebruiken.
− Bij een doorvoer dienen de leidingen met afsluitdoppen te zijn afgesloten.
Beschadigde leiding door knikken
Opgelet
Koperen buizen kunnen makkelijk knikken en mogen daarna niet meer worden gebruikt.
− Niet op de koperen buizen gaan staan.
− Kies een voldoende grote buigradius, maak gebruik van een leidingbuiger of buigapparaat.
− Monteer leidingbeugels op een afstand van 2 m van elkaar.
− Maak bij het installeren in de aarde gebruik van beschermende mantelbuizen.
Schade aan de bouwsubstantie door condenswater
Opgelet
Bij een niet geïsoleerde leiding of beschadigde warmte-isolatie ontstaat condenswater.
− Leidingen volledig isoleren.
− Controleer of de leiding volledig is geïsoleerd en of alle overgangs- resp. aansluitstukken met
geschikte tape zijn omwikkeld.
− Eventueel beschadigde warmte-isolatie met tape (toebehoren) omwikkelen.
− Wanddoorvoeren dienen door de klant te worden afgedicht.
3064581_202102
Koudemiddelleidingen plaatsen
25