30 Aanvullende functies
30.1 Actieve koeling
De split-lucht/water-warmtepomp kan afgezien van de verwarmings-/warmwaterwerking in de bedrijfsmodus
'Actieve koeling' werken.
Bij de actieve koeling wordt het koelvermogen van de warmtepomp naar het verwarmingssysteem overgedragen.
Aan de hieronder vermelde voorwaarden dient voor 'Actieve koeling' te zijn voldaan:
1)
Opbouw van de installatie overeenkomstig het hydraulisch schema met mogelijke actieve koeling
2)
Ingestelde installatie-configuratie met mogelijke actieve koeling (WP001 = 01, 05, 14, 15, 33, 34, 51, 60)
3)
Functie ingang E1 (WP002) = TPW/max.th.
4)
Dauwpuntbewaking (TPW) of brug op ingang E1 aangesloten
5)
Dauwpuntbewaking (TPW) operationeel en niet in werking gesteld
6)
Vrijgave actieve koeling (WP058) = In
7)
Type circuit op koelcircuit of verwarmings- en koelcircuit zetten
8)
Geen verwarmings- of warmwatervraag aanwezig
9)
Ingestelde bedrijfsmodus voor de te koelen verwarmingscircuits = Automatisch bedrijf, Automatisch koelen of
Permanent koelen bepalen
10) Tijdstip binnen ingestelde schakeltijden voor actieve koeling (Act. tijdprogramma koelen)
11) Voorwaarden voor actieve koeling overeenkomstig de instelling van de koelgrafiek
12) Buitentemperatuur > instelling buitentemperatuur voor vrijgave koeling (WP053)
13) Retourtemperatuur > Retourinsteltemperatuur
14) Kamertemperatuur > Dagtemperatuur koelen
(indien BM-2 als afstandsbediening in de te koelen ruimte is gemonteerd en de kamerinvloed is geactiveerd)
15) U = 1,2 V ... 4,0 V op ingang E1/SAF door GBS (alleen bij installatie-configuratie 51)
Aanwijzingen voor bedieningsmodule BM-2:
− De kamerinvloed is uitsluitend dan actief, indien de bedieningsmodule BM-2 als afstandsbediening is gemonteerd.
− Het submenu 'Koelgrafiek' wordt in het installateurniveau alleen weergegeven als 'Actieve koeling' geactiveerd is.
− Temperatuurkeuze -4 t/m +4 (parallelverschuiving) en besparingsfactor 0...10 (verlaging in spaarwerking)
functioneren niet in de bedrijfsmodus 'Actieve koeling'.
30.2 Blok. en.bedr
Het energiebedrijf (en.bedr.) kan via een extern schakelcommando (potentiaalvrij contact op klem X1 - 9/10) tijdelijk de
werking van de compressor of van de compressor en de E-verwarming blokkeren.
Bij een geopend contact is de functie blok. en.bedr. actief, d.w.z. dat de normale werking van de compressor of
van de compressor en de elektrische verwarming hierbij door de regeling van de BWL-1S(B) wordt opgeschort.
Bij een gesloten contact is de blok. en.bedr. niet actief.
De vorstbeveiliging van de installatie (via de compressor, de E-verwarming en de externe hulpwarmtegenerator (HWG))
evenals de werking van de verwarmings-/mengcircuitpompen blijft bij een geactiveerde blok. en.bedr. behouden.
De statusmelding van de actieve blok. en.bedr. wordt uitgevoerd via de status- resp. bedrijfsmodus-weergaven alsmede
in het submenu 'Weergaven/verwarmingstoestel' op de weergavemodule AM en de bedieningsmodule BM-2.
Aanwijzingen:
− Bij installaties met een tijdgeschakelde blokkering/uitschakeling door de energieleverancier (blok. en.bedr. -
blokkering door het energiebedrijf) moet principieel een overeenkomstig schakelsignaal (potentiaalvrij contact)
van de energieleverancier op klem X1-9/10 worden aangesloten om de blok. en.bedr. te signaleren aan de
regeling van de BWL-1S(B).
− Indien de functie blok. en.bedr. niet wordt gebruikt, dan dient klem X1-9/10 te worden gebrugd.
− De elektrische blok. en.bedr.-aansluiting moet volgens de voorschriften van het lokale energiebedrijf (en.bedr.)
worden uitgevoerd.
Klem X1 – 9/10:
geopend
overbrugd
Normale werking van de warmtepomp
Installateurparameters
WP025
WP092
86
Aanvullende functies
Functie:
Blok. en.bedr. actief
Betekenis
Smart Grid
Uit (= fabrieksinstelling)
Blok. en.bedr. voor
E-verwarming
Instelling:
Uit/Aan
3064581_202102