Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Aanwijzingen voor het slepen
Tijdens het slepen moet in de gesleepte wa-
gen de verandering van richting aangegeven
worden, al zijn de noodknipperlichten inge-
schakeld. Daarvoor moet de overeenkomstige
knipperlichthendel met ingeschakeld contact
worden bediend. Tijdens deze periode blijven
de noodknipperlichten uit. Wanneer u de hen-
del van de knipperlichten opnieuw in neutrale
stand plaatst, zullen de noodknipperlichten
automatisch opnieuw inschakelen.
Gevallen waarin de wagen niet gesleept mag
worden
Sleep de wagen niet op zijn wielen over een
lang traject in de volgende situaties:
Op het scherm van het instrumentenpaneel
gaat een rood waarschuwingslampje branden
en er wordt een bericht getoond:
Het slepen beschadigt het
elektrische systeem. Handma-
tig!
De voeding van de elektrische installatie van
12 volt kan niet gegarandeerd worden.
De accu van 12 volt is ontladen. De stuur-
inrichting blijft geblokkeerd en de parkeer-
rem en elektronische stuurkolomvergrendeling
kunnen niet gelost worden indien ze ingescha-
keld zijn.
De indicatie van het scherm van het instru-
mentenpaneel werkt niet correct.
286
Diverse situaties
De versnelling kan niet in neutraal (N) gezet
worden.
Er kan niet worden gegarandeerd dat de wie-
len zonder problemen draaien of dat de stuur-
inrichting werkt na een ongeval.
Indien de wagen niet gesleept kan worden op
zijn wielen om een van de eerder genoemde
redenen, vraag dan hulp aan gespecialiseerd
personeel en laat de wagen zo nodig wegbren-
gen zonder dat de wielen het wegdek raken.
Informeer de personen die betrokken zijn bij
het slepen, met name de organiserende cen-
trale en het vervoerbedrijf, dat het gaat om
een elektrische auto.

Wegslepen

Voorafgaande stappen
Maak de sleepkabel of -stang enkel vast
aan de daarvoor bestemde bevestigingspun-
››› 
ten
. Naargelang de uitvoering kan het
gaan om een trekhaak of sleepoog.
Let erop dat de sleepkabel niet verdraaid is.
Is dat wel het geval, dan kan het sleepoog los-
raken tijdens het slepen.
Schakel het contact en de alarmlichten van
beide voertuigen in. Houd rekening met an-
dere bepalingen die mogelijk van toepassing
zijn.
Houd ook rekening met de aanwijzingen over
het slepen in het instructieboekje van het an-
dere voertuig.
Trekkend voertuig (vooraan)
Deze wagen is niet geschikt om andere auto's
te slepen.
Getrokken voertuig (achteraan)
Zorg ervoor dat het contact is ingeschakeld
zodat het stuur niet wordt vergrendeld en in-
dien nodig de knipperlichten en ruitenwissers
kunnen worden gebruikt.
De rembekrachtiger en stuurbekrachtiging
werken enkel met ingeschakeld aandrijfsys-
teem. Anders moet het rempedaal krachtig
worden ingetrapt en is meer kracht nodig om
het stuur te draaien.
Let erop dat de sleepkabel steeds strak is.
Selecteer de schakelstand N.
Indien niet is voldaan aan de voorwaarden voor
het slepen, kan de wagen in noodsituaties wel
worden gesleept of geduwd op zijn vier wie-
len. De wagen mag enkel stapvoets en over
een afstand van maximaal 100 m worden ge-
››› 
sleept tot aan de takelwagen
WAARSCHUWING
Indien ondanks het bericht
Het slepen
beschadigt het elektrische sys-
teem. Handmatig!
in het instrumenten-
paneel de wagen toch wordt gesleept, kun-
nen er trillingen optreden in het tractiesys-
teem en kunnen de achterwielen blokkeren,
vooral indien het wegdek nat of bevroren is.
.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Gerelateerde Producten voor Cupra BORN 2023

Inhoudsopgave