Gaat branden in het instrumentenpa-
neel
Systeem van airbags of gordelspanners
uitgeschakeld met een diagnoseapparaat.
Laat in een gespecialiseerde werkplaats
nakijken of het systeem van airbags of
gordelspanners permanent uitgeschakeld
moet blijven.
Gaat branden in de dakconsole
Voorairbag van de bijrijder buiten werk-
ing gesteld. Controleer of de airbag uitge-
schakeld moet blijven.
Gaat branden in de dakconsole
Voorairbag van de bijrijder in werking. Het
controlelampje gaat automatisch uit 60
seconden nadat het contact is ingescha-
keld.
Wanneer het contact wordt ingeschakeld,
gaan sommige controle- en waarschuwings-
lampjes enkele seconden aan terwijl ze een
werkingscontrole uitvoeren. Na enkele secon-
den gaan de lampjes uit.
Indien het controlelampje van het airbag- en
gordelspansysteem
vast brandt of knippert,
geeft dat aan dat er een storing is in het sys-
›››
teem
. Laat het systeem onmiddellijk
door een specialist controleren.
Indien de airbag van de bijrijder is uitgescha-
keld, blijft het waarschuwingslampje
branden in de dakconsole om hierop te wijzen.
Indien de voorairbag van de bijrijder uitgescha-
keld is, het controlelampje niet blijft branden
Airbagsysteem
Veiligheid
of brandt samen met het controlelampje
van het instrumentenpaneel, kan het zijn dat
er een storing is in het airbagsysteem
Als het controlelampje knippert, geeft dit aan
dat er een defect is in het systeem om de air-
›››
bag uit te schakelen
onmiddellijk door een specialist controleren.
WAARSCHUWING
Bij een storing van het airbag- en gordel-
spansysteem kunnen de airbags moeilijk, he-
lemaal niet of zelfs onverwacht worden geac-
tiveerd.
●
De inzittenden kunnen levensgevaarlijke
letsels oplopen hierdoor. Laat het sys-
teem onmiddellijk door een gespecialiseerde
werkplaats nakijken.
●
Monteer geen kinderzitje op de voorstoel,
of verwijder het ingebouwde kinderzitje!
De voorairbag van de voorpassagier zou on-
danks het defect af kunnen gaan bij een aan-
rijding.
LET OP
Let altijd op de brandende controlelampjes
en neem de daarbij behorende beschrijvin-
gen en aanwijzingen in acht om geen schade
aan de wagen of letsel van de inzittenden te
veroorzaken.
vast
Voorairbags
›››
.
. Laat het systeem
Afb. 24
Afb. 25
De voorairbag voor de bestuurder zit in het
stuurwiel en die van de bijrijder in het dash-
board. De airbags zijn gemarkeerd met het op-
schrift "AIRBAG".
Bestuurdersairbag in het stuurwiel.
Bijrijdersairbag in het dashboard.
47