het verticale startpunt in door de menuhendel
omhoog of omlaag te bewegen en er vervolgens op
te drukken.
5
Gebruik het menu om "E.H:" weer te geven bij
"-END.H". Voer vervolgens de coördinaten van het
horizontale eindpunt in door de menuhendel
omhoog of omlaag te bewegen en er vervolgens op
te drukken.
6
Gebruik het menu om "E.V:" weer te geven bij
"END.V". Voer vervolgens de coördinaten van het
verticale eindpunt in door de menuhendel omhoog
of omlaag te bewegen en er vervolgens op te
drukken.
7
Geef "READY" weer door de menuhendel
verschillende keren naar links te bewegen, en druk
vervolgens op de knop PRINT. Controleer of het
opgegeven gebied van het beeld afgedrukt wordt.
Startpunt (START.H, START.V)
100
100
200
200
300
300
100
100
200
200
300
300
400
400
500
500
Een vastgelegd beeld vergroot afdrukken
U kunt het formaat maximaal verdubbelen in het menu
"VIDEO" – "-SCALE".
U kunt het vastgelegde beeld vergroot afdrukken
(maximaal te vergroten tot het formaat van het
afdrukpapier). Er kan niet verder vergroot worden dan
het formaat van het afdrukpapier.
Digitale beelden afdrukken vanaf
een computer
U kunt de afdrukmethode instellen via het menu.
Hieronder volgt uitleg over de bediening na het
voltooien van deze instellingen.
1
Druk op de aan-/uitschakelaar ! om de printer aan
te zetten.
32
Afdrukken
700
700
400
400
500
500
600
600
Eindpunt (END.H, END.V)
De achtergrondverlichting van het LCD-scherm
licht oranje op en wijzigt vervolgens naar groen. Op
het LCD-scherm verschijnt "READY".
LCD
2
Gebruik de toepassingssoftware op de computer
om een afdruktaak te starten.
Wanneer het apparaat midden in een afdruk
ophoudt met afdrukken
Als het apparaat langdurig beelden met een hoge
densiteit (bv. vrijwel geheel zwarte beelden) afdrukt, is
het mogelijk dat het apparaat uitgeschakeld wordt door
het beveiligingscircuit van de thermische kop om
oververhitting te voorkomen. In dat geval wordt de
melding "COOLING" weergegeven op het LCD-
scherm.
Wacht tot de thermische kop is afgekoeld en de melding
verdwenen is.
Als u een afdruk wilt onderbreken
Als u een afdrukopdracht wilt onderbreken, drukt u op
de knop OPEN/CLOSE, de knop FEED of de knop
CUT.
Papier doorvoeren
Als u papier wilt doorvoeren, drukt u op de knop FEED.
Zolang u de knop FEED ingedrukt houdt, blijft het
apparaat papier doorvoeren. Probeer het papier niet met
de hand uit het apparaat te trekken.
Huidig geselecteerd papier
U kunt op het LCD-scherm zien welk papier er in het
apparaat zit. Het gebruikte type afdrukpapier wordt
rechts op het scherm weergegeven wanneer de
papierklep geopend of gesloten wordt.
Kopieën maken van de laatste afdruk
Druk op de knop COPY. Een kopie van de laatste afdruk
wordt afgedrukt. In dat geval wordt er voor elke druk op
de knop COPY één papier afgedrukt, ongeacht het
aantal dat ingesteld is in het menu "QTY".
Opmerking
Als u op de knop COPY drukt direct nadat u het apparaat
hebt aangezet, klinkt het waarschuwingsgeluid omdat er
niets in het geheugen is opgeslagen. U kunt geen
kopieeropdracht starten.