Automatisch verbinding maken via de NFC-functie
De apparaatnaam is
ingesteld op Camera
Connect
De instellingen voor verbinding met een smartphone zijn nu
geconfigureerd.
Op het instellingenscherm van Camera Connect kunt u de apparaatnaam
weergeven en wijzigen.
W-20
Maak verbinding met de camera.
3
Wanneer de verbinding tot stand is
gebracht, verschijnt het hier links
weergegeven scherm op het LCD-
scherm van de camera. Wanneer
u verbinding maakt met dezelfde
smartphone, wordt dit scherm niet
opnieuw weergegeven.
Het <k>-lampje van de camera licht
groen op.
Selecteer [OK] en druk op <0>.
Nadat er een bericht is weergegeven,
wordt het LCD-scherm van de
camera uitgeschakeld.
Het hoofdvenster van Camera
Connect wordt weergegeven op de
smartphone.
Bedien de camera met Camera
4
Connect.
Voer verdere handelingen uit via
Camera Connect. Zie pagina W-26.