Gemakkelijke beeldoverdracht via de NFC-functie
Tijdens het afspelen van opnamen op de camera kunt u een
smartphone die ondersteuning biedt voor NFC tegen de camera
houden om een vastgelegde opname naar de smartphone te
verzenden.
Als er al een draadloze verbinding tot stand is gebracht, beëindigt
u die verbinding en speelt u de opname af op de camera.
Stel de camera van tevoren in op gebruik van de NFC-functie
(pag. W-14).
Voor informatie over de Wi-Fi-instelling en de NFC-instelling voor de
smartphone en de antennepositie voor NFC raadpleegt u de
handleiding voor de smartphone.
Verbinding maken via de NFC-functie
W-30
Schakel de NFC-functie in op
1
de camera en de smartphone
(pag. W-14)
Geef de opname weer.
2
Druk op de knop <x> om de
opnamen weer te geven.
Houd een smartphone tegen
3
de camera.
Houd het symbool p op smartphone
tegen de camera om de verbinding
tot stand te brengen.
Wanneer op het LCD-scherm van de
camera het bericht verschijnt dat een
verbinding tot stand is gebracht, kunt
u de smartphone weg van de camera
bewegen.
Het <k>-lampje van de camera licht
groen op.
.