Inhoudsopgave
Advertenties
3. Bediening
Drie tips voor doorstroommeting:
- Bij kleine drukverschillen resp. lage doorstromen helpt het om de test-
slangen gelijkmatig te ontluchten. Daarvoor kan de rode testslang met
naaldadapter van de appendage worden afgetrokken, de naaldopening in
een leeg vat worden gehouden en het ventiel eventjes geopend, tot alle
luchtbellen in de testleiding ontsnappen. De ventielhefboom aan de test-
adapter dient daarbij op P=0 te worden ingesteld.
- Bij kleine drukverschillen c.q. lage doorstromingen helpt het eveneens om
na de nulstelling noch de stand van het meetapparaat noch de loop van
de testslang van de appendage naar het meetapparaat te veranderen.
Daarbij helpt de magnetische beschermtas zeer goed.
- Bij langer durende metingen is het zinvol om de nuldruk regel¬matig te con-
troleren. Dit geldt in het bijzonder, als de temperatuur in de ruimte sterk
afwijkt van die van de meetapparaten. Daarvoor houdt men bij gesloten
ventiel in de rode testleiding en met ventielstand „P = 0" aan de testslan-
gadapter de drukmelding in het oog. Als die van het nulpunt mocht af-
wijken, kan het apparaat door tweemaal te drukken op de „ENTER"- toets
opnieuw op nul gesteld worden.
e-Mail: m.zoomers@woehler.nl
Wöhler Drukcomputer DC 17
http://mgkg.woehler.nl
13
Advertenties
Inhoudsopgave
