Inhoudsopgave
Advertenties
6
Veiligheidsfuncties
6.1
Veiligheidsmodi en veiligheidsfuncties
6.1.1
Inleiding
6.1.2
Veiligheidsmodus
6.1.3
Snelheidslimieten voor toegangsdetectie
8027625 /1MLZ/30-12-2023 | SICK
Onderhevig aan wijzigingen zonder voorafgaande kennisgevinga
Elke sensor kan in een van de volgende veiligheidsmodi werken:
Access detection and restart prevention
l
Always-on access detection
l
Always-on restart prevention
l
Elke veiligheidsmodus bestaat uit een of beide van de volgende veiligheidsfuncties:
Functie
Toegangsdetectie De machine wordt weer in een veilige staat gebracht wanneer een of
meerdere personen de gevarenzone betreden.
Herstartpreventie
De machine kan niet opnieuw starten als mensen zich in de gevarenzone
bevinden.
Via de toepassing safeRS3 Designer kunt u de veiligheidsfunctie kiezen waarmee elke
sensor in elk van de veiligheidsvelden werkt:
Access detection and restart prevention (standaard):
l
o
De sensor voert de functie van toegangsdetectie uit wanneer deze zich in
normale werking bevindt (status No alarm).
De sensor voert de functie van preventie tegen herstart uit wanneer deze zich
o
in alarmstatus bevindt (status Alarm).
Always-on access detection:
l
De sensor voert altijd de toegangsdetectie uit (status No alarm + status
o
Alarm).
Always-on restart prevention:
l
De sensor voert altijd de functie van herstart uit (status No alarm + status
o
Alarm)
Binnen het gezichtsveld van elke sensor kunnen maximaal twee veiligheidsvelden
worden ingesteld:
Veiligheidsveld 1, bijv. gebruikt als alarmzone
l
Veiligheidsveld 2, bijv. gebruikt als waarschuwingszone
l
Hieronder zijn de snelheidslimieten voor bewegingen die worden gedetecteerd door de
functie van toegangsdetectie:
Minimumlimiet: 0,1 m/s
l
Maximumlimiet: 1,6 m/s
l
Beschrijving
G E B R U I K S I N S T R U C T I E S | safeRS/safeRS3 mixed system
6 VEILIGHEIDSFUNCTIES
53
Advertenties
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
