8
Positie van de sensor
8.1
Basisbegrippen
8.1.1
Bepalende factoren
8.1.2
Installatiehoogte van de sensor
8.1.3
Inclinatie van de sensor
8.2
Gezichtsveld van de sensoren
8.2.1
Types gezichtsveld
8027625 /1MLZ/30-12-2023 | SICK
Onderhevig aan wijzigingen zonder voorafgaande kennisgevinga
De installatiehoogte van de sensor en de inclinatie ervan moeten samen met de
hoekdekking en de detectieafstanden worden bepaald om een optimale dekking van de
gevarenzone te bereiken.
De installatiehoogte (h) wordt gedefinieerd als de afstand tussen het midden van de
sensor en de grond of het referentievlak van de sensor.
De inclinatie van de sensor is de rotatie van de sensor rond de x-as. De inclinatie wordt
gedefinieerd als de hoek tussen een lijn loodrecht op de sensor en een lijn parallel met
de grond. Hieronder volgen drie voorbeelden:
sensor naar boven: α positief
l
sensor recht: α = 0
l
sensor naar onder: α negatief
l
Tijdens de configuratie kunt u voor elke sensor het gezichtsveld kiezen:
110°
l
50°
l
Het werkelijke veiligheidsveld van de sensor hangt ook af van de installatiehoogte en de
inclinatie van de sensor (zie
en
Berekening positie voor hoogte sensor > 1 m op pagina
Berekening positie voor hoogte sensor ≤ 1 m op pagina 80
G E B R U I K S I N S T R U C T I E S | safeRS/safeRS3 mixed system
8 POSITIE VAN DE SENSOR
85).
75