OPNAMESTAND
INTERVAL
Met de intervalfunctie maakt u een serie opnamen met vaste tussenpozen. Op deze manier kunt u
vertraagde processen versneld weergeven, zoals het opengaan van een bloem of de bouw van een
huis. De ingebouwde flitser kan worden gebruikt. Direct weergeven (blz. 89) is uitgeschakeld.
Zet het functiewiel in de intervalstand (blz. 40). Het aantal opnamen voor de intervalserie verschijnt in
de zoeker/monitor naast het intervalsymbool. U kunt het aantal opnamen instellen tussen 2 en 99 in
de custom 1 sectie van het opname-menu (blz. 80). De tijd tussen de opnamen wordt ook in het
opnamemenu ingesteld: 1-10, 15, 20, 30, 45 en 60 minuten.
Zet de camera op statief en bepaal de beeldcompositie; de camera stelt scherpstelling, belichting en
witbalans in en laadt de flitser vlak voordat de opname moet worden gemaakt. Continu AF is ook te
gebruiken. Instellingen die met AF/AEL-toets zijn vergrendeld vervallen na de eerste opname (blz.
73)
Indien u de automatische instellingen wilt uitschakelen dient u gebruik te maken van handmatige
scherpstelling (blz. 71), handmatige belichtingsregeling (blz. 50) en handmatige witbalansinstelling
(blz. 58).
Controleer vooraf of de CompactFlash kaart voldoende opslagcapaciteit heeft door het aantal inter-
valopnamen met het resterende aantal opnamen op de opnameteller te vergelijken. Beeldgrootte en -
kwaliteit kunnen worden veranderd om het aantal beelden te vergroten dat op de CompactFlash
kaart kan worden opgenomen.
56
Aantal opnamen van de intervalserie.
Opnameteller.