FLITSBEREIK
Voor goede flitsopnamen is het nodig dat het onderwerp zich binnen het flitsbereik bevindt. Het
flitsbereik wordt vergoot door de cameragevoeligheid te verhogen (blz. 61). Staat de
cameragevoeligheid op auto, dan wordt bij flitsen automatisch ISO 200 gekozen. Het flitsbereik wordt
gemeten vanaf de CCD. Als gevolg van het optische systeem is het bereik in tele- en groothoekstand
verschillend.
ISO-stand
AUTO
100
200
400
800
MINOLTA FLITSER BEVESTIGEN
Met een extra flitser geeft u deze camera veelzijdiger flitsmogelijkheden. Kijk op blz.
138 voor compatible flitsers.
Verwijder het beschermkapje van de flitsschoen als
afgebeeld.
Schuif de flitser op het flitsschoentje van de camera tot-
dat hij niet verder gaat.
• Is de camera niet in gebruik, verwijder dan altijd de
externe flitser. Schuif het beschermkapje op de
flitsschoen om de contacten te beschermen.
Flitsbereik (groothoek)
0,5 m ~ 3,8 m
0,5m ~ 2,7 m
0,5 m ~ 3,8 m
0,5 m ~ 5,4 m
0,5 m ~ 7,6 m
Flitsbereik (tele)
0,5 m ~ 3,0 m
0,5 m ~ 2,1 m
0,5 m ~ 3,0
0,5 m ~ 4,2 m)
0,5 m ~ 6,0 m
79