1. Achterste ketting
2. Achterste steunarm
3. Bout
4. Contramoer
Schuinstand van het maaidek
instellen
1.
Zet het rechter maaimes in de schuinstand
(Figuur
76).
2.
Meet het rechtermes bij punt A. Meet de afstand
tussen een horizontaal oppervlak en de snijrand
van het maaimes
1. Meet hier de afstand van
het mes tot het harde
oppervlak
3.
Noteer deze afstand.
Figuur 75
5. Stelbout
6. Voorste wartel
7. Voorste steunarm
(Figuur
76).
Figuur 76
2. Meten bij A en B
4.
Meet het rechtermes bij punt B. Meet de afstand
tussen een horizontaal oppervlak en de snijrand
van het maaimes
5.
Noteer deze afstand.
6.
Het maaimes moet 6 tot 10 mm lager staan bij
punt A dan bij puntB
het geval is, gaat u als volgt te werk.
Opmerking:
dezelfde mate worden afgesteld ten behoeve
van een gelijkmatige kettingspanning.
7.
Draai de contramoeren op de voorkant van de
rechter- en linkerwartel ongeveer 13 mm los
(Figuur
75).
g001040
8.
Draai aan de drukmoeren op de linker- en
rechterzijde van de machine totdat de voorkant
van het maaimes 6 tot 10 mm lager staat bij A
dan de achterkant bij B
9.
Draai de contramoeren van beide wartels vast
tegen de voorste wartel om de hoogte te borgen.
10.
Controleer of de spanning op de kettingen gelijk
is, en stel opnieuw af indien dit nodig is.
Drukveer afstellen
1.
Zet de hefhendel van het maaidek omhoog in
de transportstand.
2.
Controleer de afstand tussen de 2 grote ringen;
deze moet 29,2 cm bedragen
3.
U kunt deze afstand instellen door de contramoer
van de veer los te draaien en vervolgens te
draaien aan de moer op de voorkant van elke
veer
(Figuur
wordt de veer korter. Als u de moer linksom
draait, wordt de veer langer.
4.
U borgt de moer in deze stand door de
contramoer van de veer vast te draaien
77).
g003176
62
(Figuur
76).
(Figuur
76). Indien dit niet
Beide voorste wartels moeten in
(Figuur
75).
(Figuur
77). Als u de moer rechtsom draait,
77).
(Figuur