Figuur 65
1. Wisselstroomdynamo
2. Riem van
wisselstroomdynamo
3. Speling van 7 tot 9 mm
met een kracht van 10 kg
g000968
4. Bovenste bout
5. Onderste bout
Onderhoud
bedieningsysteem
Neutraalstand van rijhendel
afstellen
Als de rijhendels niet in één lijn staan of gemakkelijk
in de sleuf van het bedieningspaneel glijden, moeten
ze worden afgesteld. De hendel, de veer en de stang
moeten afzonderlijk worden afgesteld.
Opmerking:
De rijhendels moeten op de juiste wijze
worden gemonteerd. Zie Rijhendels monteren in de
montage-instructies.
1.
Schakel de aftakas uit, zet de rijhendels in
de
VERGRENDELDE NEUTRAALSTAND
parkeerrem in werking.
2.
Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje
en wacht totdat alle bewegende onderdelen
tot stilstand zijn gekomen voordat u de
bestuurderspositie verlaat.
3.
Ontgrendel de stoel en kantel deze naar voren.
4.
Begin met de linker of de rechter rijhendel.
5.
Zet de hendel in de neutraalstand zonder deze
te vergrendelen
6.
Trek de hendel naar achteren totdat de gaffelpen
(op de arm onder de draaias) contact maakt met
het uiteinde van de sleuf (en net druk op de veer
begint uit te oefenen)
7.
Controleer of de hendel de juiste stand
heeft ten opzichte van de inkeping in het
bedieningspaneel
in het midden staan zodat deze naar buiten kan
draaien naar de
1. V
ERGRENDELDE
NEUTRAALSTAND
2. Rijhendel
55
en stel de
(Figuur
66).
(Figuur
66).
(Figuur
66). De hendel moet
VERGRENDELDE NEUTRAALSTAND
Figuur 66
3. N
EUTRAALSTAND
.
g001046