Aantekeningen en tekst
Alfanumeriek toetsenbord
1
2
3
4
Algemene interactie
Touchpad en cursor
Gebruik de touchpad om objecten op het scherm
aan te passen en te verplaatsen. Met de touchpad
kan onder andere de positie van de passers, CPD of
de positie en grootte van het kleurenvak, en de
cursor worden bediend of aangepast. De pijltoetsen
hebben ongeveer dezelfde functies als de touchpad.
Zorg ervoor dat de touchpad tijdens gebruik droog
blijft. Vocht op de touchpad kan ervoor zorgen dat
de cursor onregelmatig reageert.
De cursor verschijnt op de instellingenpaginaʹs, het
patiëntinformatieformulier en het patiëntrapport. U
kunt de cursor met de touchpad bedienen. Een
voorbeeld: plaats de cursor in het
patiëntinformatieformulier op het veld voor de
achternaam en druk op de toets SELECT
(Selecteren) om dat veld te activeren. Daarnaast
kunt u de cursor gebruiken om selectievakjes en
items in lijsten te selecteren.
Opties op het scherm
Met de opties op het scherm kunt u aanpassingen
maken en instellingen selecteren. De beschikbare
opties zijn afhankelijk van de context.
5
6
7
8
9
Elke optie kan worden ingesteld met het paar
toetsen eronder. De toetsen werken op een van de
volgende vier manieren, afhankelijk van de optie:
Bladeren Hiermee wordt er continu door een lijst
instellingen gebladerd. Met de bedieningstoets
omhoog bladert u omhoog. Met de bedieningstoets
omlaag bladert u omlaag.
Omhoog-omlaag Hiermee bladert u door een lijst
met instellingen en stopt u boven- of onderaan. Met
de bovenste bedieningstoets bladert u omhoog. Met
de bovenste bedieningstoets bladert u omlaag. Er
klinkt standaard een pieptoon wanneer u het begin
of einde van de lijst hebt bereikt. (Raadpleeg
"Instellingen voor audio, accu"
Aan-uit Schakelt een functie in of uit. U kunt op
beide toetsen drukken. In formulieren kunt u de
optie selecteren door de touchpad en de toets
SELECT (Selecteren) te gebruiken.
Actie Hiermee wordt een actie uitgevoerd. U kunt
op beide toetsen drukken. Of u kunt de optie
selecteren door de touchpad en de toets SELECT
(Selecteren) te gebruiken.
Afbeelding 5 Opties op het scherm
(2D-beeldvorming weergegeven)
Hoofdstuk 1: Aan de slag
10
11
op pagina 20.)
9