Hoofdstuk 4: Metingen en berekeningen
U kunt metingen uitvoeren voor snelle referentie
of u kunt metingen binnen een berekening
uitvoeren. U kunt zowel algemene berekeningen
uitvoeren als berekeningen die specifiek zijn voor
een onderzoekstype.
Metingen worden uitgevoerd op stilgezette
beelden. Raadpleeg
Hoofdstuk 7, "Referenties."
voor de gebruikte achtergrondinformatie.
Metingen
U kunt basismetingen uitvoeren in elke
beeldvormingsmodus en het beeld opslaan met
de metingen weergegeven. (Raadpleeg
opslaan"
op pagina 47.) De resultaten worden
niet automatisch opgeslagen bij een berekening
en in het patiëntrapport, met uitzondering van de
HR-meting in M Mode. U kunt indien gewenst
eerst een berekening starten en vervolgens een
meting uitvoeren. Raadpleeg
berekeningen uitvoeren en opslaan"
pagina 58.
Sommige opties zijn niet van toepassing op uw
systeem. De beschikbare opties zijn afhankelijk
van uw configuratie, transducer en
onderzoekstype.
Een meting bij een berekening en in een
patiëntrapport opslaan
1 Druk op de toets
CALCS
de meting actief (groen) is.
2 Selecteer de naam van de meting in het
berekeningsmenu.
Alleen namen van metingen die beschikbaar
zijn voor de beeldvormingsmodus en het
onderzoekstype kunnen worden geselecteerd.
3 Sla de berekening op. (Raadpleeg
berekening opslaan"
Raadpleeg
"Metingen in berekeningen uitvoeren
en opslaan"
op pagina 58 om een berekening
vóór het uitvoeren van een meting te starten.
"Beeld
"Metingen in
op
(Berekeningen) terwijl
"Een
op pagina 58.)
Werken met passers
Tijdens het meten werkt u met passers, meestal
een paar passers. Resultaten die zijn gebaseerd
op de positie van de passers worden onder in het
scherm weergegeven. De resultaten worden
bijgewerkt wanneer u de passers verplaatst met
de touchpad. De resultaten van tracemetingen
verschijnen nadat u de trace hebt voltooid.
Buiten een berekening kunt u passers toevoegen
door op de toets
CALIPER
kunt meerdere sets passers gebruiken en
wisselen tussen sets en de sets naar wens
opnieuw plaatsen. Elke set geeft het
metingsresultaat weer. De actieve passers en het
metingsresultaat zijn groen gemarkeerd. Een
meting is compleet wanneer u gereed bent met
het verplaatsen van de bijbehorende passers.
Binnen een berekening verschijnen de passers
wanneer u een keuze maakt in het
berekeningsmenu. (Raadpleeg
berekeningsmenu"
op pagina 57.)
Nauwkeurige plaatsing van passers is essentieel
voor een nauwkeurige meting.
Actieve passers verwisselen
Voer een van de volgende opties uit:
• Druk op de toets
de actieve passer in een set te verwisselen.
• Selecteer Switch (Wisselen) op het scherm
om de actieve set te verwisselen wanneer
u een meting buiten een berekening
uitvoert.
Meting verwijderen of bewerken
Voer een van de volgende opties uit terwijl de
meting actief (gemarkeerd) is:
• Selecteer Delete (Verwijderen) op het
scherm om de passer te verwijderen.
• Om te bewerken, gebruikt u de touchpad
om de passers te verplaatsen.
Hoofdstuk 4: Metingen en berekeningen
(Passer) te drukken. U
"Selecteren uit het
(Selecteren) om
SELECT
53