Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Belangrijkste Ritfuncties - Bontrager NODE 1.1 Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

Belangrijkste ritfuncties

In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe je de beeldschermen van de NODE
computer bereikt en te zien krijgt. De informatie staat in de volgorde waarin de
beeldschermen verschijnen wanneer je door de functies bladert.
Om deze functies te zien, moet je eerst de sensoren verbinding laten maken
zoals op pagina 13 behandeld in
Aan een rit
verbinding maakt, wordt die functie overgeslagen. Met andere woorden, als de
hartslagsensor geen verbinding maakt, verschijnt het scherm voor hartslag niet
na dat voor trapfrequentie. In plaats daarvan zie je het scherm voor de functie
van de volgende verbonden sensor.
Opmerking: De NODE 2.1 heeft extra functies die niet beschikbaar zijn op de NODE
1.1. Wanneer je het secundaire beeldscherm van de NODE 1.1 bekijkt, gaat de
bladervolgorde van zijn laatste verbonden sensorfunctie (Snelheid, trapfrequentie,
hartslag of vermogen) naar Distance.
Snelheid
In de RIDE-modus toont de computer de snelheid altijd met de grootste cijfers
in het midden van het beeldscherm. "Speed" is een meting van de snelheid
waarmee je fiets zich verplaatst.
1. Om over te schakelen van de huidige snelheid (geen letters) naar de
gemiddelde snelheid (AVG) en dan naar de maximale snelheid (MAX), blader
s 1
je door
.
s 2
De onderste knop,
, schakelt tussen de functies in het onderste, secundaire
beeldscherm. Op de volgende pagina wordt het secundaire beeldscherm toegelicht.
Gangmaker
De gangmakerpijl (Afbeelding 27) vertelt je of je huidige snelheid hoger of lager
ligt dan je gemiddelde snelheid. Als de pijl omhoog wijst, ga je harder dan je
gemiddelde snelheid.
beginnen. Als een sensor geen
s1
1.
Afbeelding 27.
Gangmaker.
RIDE Modus
s1
s1
14
14
14

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Node 2.1

Inhoudsopgave