KENNISGEVING:
Kabels die over de kaarten zijn geleid, kunnen er voor zorgen dat de computerkap
niet goed sluit of dat er schade aan de apparatuur ontstaat.
KENNISGEVING:
op het netwerkapparaat en pas daarna op de computer.
1
ontgrendelhendel van de kaarthouder
3
PCI-kaart
11 Plaats de computerkap terug, sluit de computer en apparaten opnieuw op
het lichtnet aan en zet ze vervolgens aan.
12 Ga als volgt te werk als u een geluidskaart hebt geplaatst:
Open System Setup (zie "System Setup" op pagina 180), ga naar
a
Onboard Device (Ingebouwde apparatuur) en selecteer Integrated
Audio (Geïntegreerd audio), en wijzig vervolgens de instelling in
Off (Uit).
Sluit externe audioapparaten aan op de connectoren van de
b
geluidskaart. Sluit geen externe apparaten aan op de microfoon-,
speaker/hoofdtelefoon- of line-in-connectoren op het achterpaneel.
Zie "Connectoren op het achterpaneel" op pagina 19.
128
Onderdelen verwijderen en installeren
geleid geen kabels van kaarten over of achter de kaarten.
als u een netwerkkabel gaat aansluiten, sluit die dan eerst aan
1
2
2
kaarthouderbeugel
4
PCI-kaartsleuf
3
4