Het moederbord installeren
1 Steek het moederbord in de juiste stand in het chassis en schuif het naar
de achterwand van de computer.
2 Met de acht schroeven bevestigt u het moederbord aan het chassis.
3 Breng alle kabels weer aan die u hebt losgekoppeld van het moederbord.
4 Breng de processor en koeler weer aan (zie "De processor plaatsen"
op pagina 165).
KENNISGEVING:
zijn plek zit.
5 Zet de geheugenmodules weer terug in dezelfde sockets waaruit u ze hebt
verwijderd (zie "geheugen dat via Dell is gekocht, valt onder de garantie
van uw computer." op pagina 120).
6 Steek alle verwijderde uitbreidingskaarten weer in het moederbord.
7 Plaats de computerkap terug (zie "De computerkap terugplaatsen"
op pagina 173).
8 Sluit uw computer en apparaten aan op het lichtnet en zet ze
vervolgens aan.
9 Controleer of uw computer correct werkt door Dell Diagnostics uit te
voeren (zie "Dell Diagnostics" op pagina 90).
De steunbeugel plaatsen
LET OP:
voordat u begint met de procedures in dit gedeelte, moet u de
veiligheidsinstructies in de Productinformatiegids raadplegen.
De steunbeugel plaatsen:
1 Plaats de scharnieren aan de onderzijde van de steunbeugel in de schar-
nierpunten langs de rand van de computer.
2 Kantel de steunbeugel omlaag.
3 Lijn de inkeping in de steunbeugel uit met de sleuf in het vaste-schijfcom-
partiment en duw de inkeping omlaag.
4 Controleer of de steunbeugel goed is geplaatst en plaats de kaarthouder-
beugel terug.
172
Onderdelen verwijderen en installeren
controleer of de processorventilator/koeler goed en stevig op