Figuur 13
1. Te hoge bandenspanning
Brandstof bijvullen
•
Gebruik voor de beste resultaten uitsluitend
schone, verse (minder dan 30 dagen oud),
loodvrije benzine met een cetaangetal van 87 of
hoger (indelingsmethode (R+M)/2).
•
Ethanol: Benzine met maximaal 10% ethanol
(gasohol) of 15% MTBE (methyl-tertiair-butylether)
per volume is aanvaardbaar. Ethanol en MTBE
zijn niet hetzelfde. Benzine met 15% ethanol
(E15) per volume is niet geschikt voor gebruik.
Gebruik nooit benzine die meer dan 10%
ethanol per volume bevat, zoals E15 (bevat
15% ethanol), E20 (bevat 20% ethanol), of E85
(bevat tot 85% ethanol). Ongeschikte benzine
gebruiken kan leiden tot verminderde prestaties
en/of motorschade die mogelijk niet gedekt wordt
door de garantie.
•
Geen benzine gebruiken die methanol bevat.
•
In de winter geen brandstof bewaren in
de brandstoftank of in vaten, tenzij u een
brandstofstabilisator gebruikt.
•
Meng nooit olie door benzine.
Gebruik van stabilisator/conditio-
ner
Gebruik stabilizer/conditioner in de machine om
de brandstof langer vers te houden; volg de
aanbevelingen van de fabrikant van de stabilizer op.
Belangrijk:
Gebruik nooit brandstofadditieven
die methanol of ethanol bevatten.
Voeg een deel van de stabilisator/conditioner toe
aan de verse brandstof zoals aangegeven door de
fabrikant van de stabilisator.
Brandstoftank vullen
Inhoud brandstoftank: 25 liter.
1.
Maak de omgeving van de dop van de
brandstoftank schoon.
2.
Verwijder de dop van de brandstoftank
14).
g010293
1. Dop van brandstoftank
3.
Vul de tank tot ongeveer 25 mm onder de
onderkant van de vulbuis en plaats de dop.
Opmerking:
4.
Om brandgevaar te voorkomen, moet u
gemorste brandstof opnemen.
Een nieuwe machine
inrijden
Onderhoudsinterval: Na de eerste 100
Doe het volgende om ervoor te zorgen dat de machine
goede prestaties levert:
•
Controleer of de remmen gebruiksklaar zijn
gemaakt; zie
(bladz.
13).
•
Controleer regelmatig het peil van de vloeistoffen
en de motorolie. Let op signalen van oververhitting
van de machine of onderdelen ervan.
•
Na een koude start moet u de motor ongeveer
15 seconden laten warmlopen voordat u de
machine gebruikt.
Opmerking:
warmdraaien als u gaat werken bij een
lage omgevingstemperatuur.
•
Varieer de snelheid van de machine tijdens het
gebruik. Vermijd snel starten en stoppen.
21
Figuur 14
De tank niet te vol vullen.
bedrijfsuren—Neem de richtlijnen
voor het inrijden van een nieuwe
machine in acht.
4 De remmen gebruiksklaar maken
Laat de motor langer
(Figuur
g009814