1. Hendel van laadbak
De laadbak laten zakken
WAARSCHUWING
De laadbak kan zwaar zijn. Handen of andere
lichaamsdelen kunnen bekneld raken.
Houd uw handen en andere lichaamsdelen uit
de buurt van de bak als u deze neerlaat.
Zet de hendel naar voren om de laadbak te laten
zakken
(Figuur
15).
De achterlaadklep openen
1.
Zorg dat de laadbak omlaag en vergrendeld is.
2.
Zet de sluitingen aan de linker- en rechterzijde
van de laadbak los en laat de achterlaadklep
zakken
(Figuur
16).
Figuur 15
g024612
1. Vergrendelhandgreep
2. Grendelopening
Motor starten
1.
Neem plaats op de bestuurdersstoel en stel de
parkeerrem in werking.
2.
Schakel de aftakas en het hydraulische systeem
met hoge stroming (indien aanwezig) uit en zet
de gashendel (indien aanwezig) in de stand U
3.
Zet de schakelhendel in de
trap het koppelingspedaal in.
4.
Controleer of de hydraulische hefhendel in de
middelste stand staat.
5.
Raak met uw voet het gaspedaal niet aan.
6.
Draai het sleuteltje naar rechts om de motor te
starten.
Opmerking:
motor start.
Belangrijk:
Om te voorkomen dat de startmotor
oververhit raakt, mag u de startmotor niet langer
dan 15 seconden in werking stellen. Als u de
motor 15 seconden achtereen hebt gestart, moet
u 60 seconden wachten voordat u een nieuwe
startpoging doet.
25
Figuur 16
3. Vergrendelpen
NEUTRAALSTAND
Laat het sleuteltje los zodra de
g026141
.
IT
en