C Creatieve automatische opnamen
In alle basismodi behalve <C> (Automatisch/creatief) wordt alles
automatisch ingesteld. In de creatieve automatische modus <C>
daarentegen kunt u eenvoudig de helderheid van de opname, de
scherptediepte, de kleurtoon (beeldstijl), enzovoort aanpassen. De
standaardinstellingen zijn hetzelfde als in de modus <1> (Automatisch).
* CA staat voor Creative Auto (Automatisch/creatief).
Als u de opnamemodus wijzigt of de camera wordt uitgeschakeld via de
automatische uitschakelfunctie (pag. 139) of doordat u de aan-uitschakelaar
op <2> zet, worden de standaardinstellingen voor creatieve
automatische opnamen hersteld. De instellingen voor de opnamekwaliteit,
de zelfontspanner en de afstandsbediening blijven echter behouden.
Stel het programmakeuzewiel in op <C>.
1
Het scherm Automatisch/creatief wordt
op het LCD-scherm weergegeven.
Druk op de knop <Q>.
2
U kunt met de toets <S> de functie
(7) selecteren.
Zie pagina 56-57 voor informatie over
iedere functie.
Stel de gewenste optie in.
3
Druk op de toets <S> om de in te
stellen functie te selecteren.
Onder aan het scherm wordt een
korte beschrijving van de
geselecteerde functie weergegeven.
Draai aan het instelwiel <6> om de
instelling te wijzigen.
Druk de ontspanknop half in om terug
te keren naar het scherm van stap 2.
Maak de opname.
4
Druk de ontspanknop helemaal in om
de opname te maken.
55