Hieronder volgt de lijst met gebruikte symbolen en de betekenis daarvan.
= Conformiteit met de Richtlijn PED
Pemax= maximum werkdruk bij de ingang van het apparaat
bpe= bereik van de ingangsdruk van de regelaar in normale werkomstandigheden
PS= maximum druk die in veilige omstandigheden door de structuur van het hoofddeel van het apparaat
verdragen kan worden
Wa= regelbereik van de drukregelaar/pilot/voordrukstabilisator die verkregen kan worden door de
instelonderdelen en -veren te gebruiken die bij het testen gemonteerd zijn (dus door geen enkele
component van het apparaat te veranderen).
In de gasgestuurde regelaars wordt de pilot als een afzonderlijk apparaat beschouwd, met een eigen
regelbereik Wa
Wh= regelbereik van de drukregelaar/pilot/voordrukstabilisator die verkregen kan worden door de
instelveren te gebruiken die aangeduid worden in de speciale tabellen en door eventueel enkele
onderdelen van het apparaat te veranderen (klep, membranen, enz...). In de gasgestuurde regelaars
wordt de pilot als een afzonderlijk apparaat beschouwd, met een eigen regelbereik Wh
QmaxPemin= maximum debiet met de minimum druk bij de ingang van de drukregelaar
QmaxPemax= maximum debiet met de maximum druk bij de ingang van de drukregelaar
Cg= experimentele coëfficiënt van kritisch debiet
AC= regelklasse
SG= sluitklasse
AG= aanspreekklasse
Wao= bereik van inwerkingtreding van afslagkleppen, afblaaskleppen, veiligheidskleppen en versnellers,
dat verkregen kan worden met gebruik van de instelveer die bij het testen gemonteerd is. In de
gasgestuurde veiligheidskleppen wordt de pilot als afzonderlijke apparatuur beschouwd, met een eigen
regelbereik Wao
Who= bereik van inwerkingtreding van afslagkleppen, afblaaskleppen, veiligheidskleppen en versnellers,
dat verkregen kan worden met de instelveren die aangeduid worden in de tabellen. In de gasgestuurde
veiligheidskleppen wordt de pilot als afzonderlijke apparatuur beschouwd, met een eigen regelbereik Who
Wau= bereik van inwerkingtreding wegens drukverlaging van de afslagkleppen dat verkregen kan worden
met gebruik van de instelveer die bij het testen gemonteerd is
Whu= bereik van inwerkingtreding wegens drukverlaging van de afslagkleppen dat verkregen kan worden
met gebruik van de instelveren die in de tabellen aangeduid worden.
Fail Safe Mode = ( Fail-open regelaar of Fail-close regelaar).
Strength type= Type weerstand (IS of DS)
5.2
GASINVOERING, CONTROLE EXTERNE AFDICHTING EN INSTELLINGEN
Het onder druk zetten van de apparatuur moet zeer langzaam plaatsvinden. Opdat de apparatuur geen
schade berokkend wordt, moet het volgende absoluut vermeden worden:
- Het onder druk zetten via een klep stroomafwaarts ten opzichte van de apparatuur zelf.
- De druk uitschakelen via een klep stroomopwaarts ten opzichte van de apparatuur zelf.
De externe afdichting is gegarandeerd wanneer het element dat onder druk staat met schuim bedekt
wordt en er geen luchtbellen ontstaan.
De regelaar en de andere eventuele apparaten (veiligheidsafslagklep, monitor) worden normaal
gesproken reeds op de gevraagde waarde geijkt geleverd. Het is overigens mogelijk dat de kalibreringen
om verschillende redenen (bijv. door trillingen tijdens het transport) wijzigingen kunnen ondergaan maar
hoe dan ook binnen de waarden blijven die door de gebruikte veren toegestaan worden. Er wordt dus
aangeraden de kalibreringen te controleren volgens de hierna beschreven procedures.
Tabellen 9 en 10 bevatten de aanbevolen instelwaarden van de apparaten die voor de diverse soorten
installaties beoogd worden. De gegevens van deze tabellen kunnen zowel in de fase van controle van de
bestaande kalibreringen nuttig blijken te zijn als ook in geval van wijzigingen van de kalibreringen die later
nodig zouden kunnen zijn.
TECHNISCHE HANDLEIDING MT043
29