Door het beeld onder te verdelen in kleine gebieden, analyseert het apparaat het contrast
van licht en schaduw tussen het onderwerp en de achtergrond, en creëert een beeld met de
optimale helderheid en gradatie.
1. MENU →
2. Selecteer de gewenste instelling met de linker-/rechterkant van het besturingswiel.
Menu-onderdelen
Dynamische-bereikopt.: auto:
Corrigeert automatisch de helderheid.
Dynamische-bereikopt.: 1 ― Dynamische-bereikopt.: 5:
Optimaliseert de gradatie van een opgenomen beeld voor elk gebied. Selecteer het
optimalisatieniveau tussen Lv1 (zwak) en Lv5 (krachtig).
Opmerking
[DRO/Auto HDR] ligt vast op [Uit] wanneer de opnamefunctie is ingesteld op [Panorama
d. beweg.], of wanneer [NR Multi Frame] of [Foto-effect] is ingesteld op iets anders dan
[Uit].
[DRO/Auto HDR] ligt vast op [Uit] wanneer de volgende functies zijn geselecteerd bij
[Scènekeuze].
[Zonsondergang]
[Nachtscène]
[Nachtportret]
[Schemeropn. hand]
[Antibewegingswaas]
[Vuurwerk]
De instelling ligt vast op [Dynamische-bereikopt.: auto] wanneer andere [Scènekeuze]-
functies dan de bovenstaande functies zijn geselecteerd.
Tijdens opnemen met [D.-bereikopt.] kan ruis voorkomen in het beeld. Selecteer het juiste
niveau door het opgenomen beeld te controleren, vooral wanneer u het effect sterker
maakt.
[79] Hoe te gebruiken
corrigeren
Auto HDR
Verbreedt het bereik (gradatie) zodat u van de heldere delen tot de donkere delen beelden
met de juiste helderheid kunt opnemen (HDR: High Dynamic Range). Eén beeld met een
(Camera- instellingen) → [DRO/Auto HDR] → [D.-bereikopt.].
De opnamefuncties gebruiken
De helderheid of het contrast