Solarkoeling
Functiebeschrijving
Solarsystemen hebben gedurende de zomermaanden vaak een niet bruikbaar overschot. Met
deze functie kan 's nachts bij overschrijden van een kritische temperatuur in de boiler toerental-
geregeld een deel van de overvloedige energie uit de onderste boilerzone via de collector afgege-
ven worden. Systeemstilstand gedurende de dag als gevolg van een uitschakeling door
overtemperatuur kunnen hiermee vaak worden vermeden
Ingangsvariabelen
Vrijgave
Referentietemperatuur
Min.temperatuur referen-
tie
Offset min.temp. referen-
tie
Parameters
Tijdvenster
Begin
Einde
Referentie-temperatuur
T.ref.MIN
Diff. aan
Diff. uit
Stapgrootte
• Energiebesparing: Tests geven aan, dat een adequate koeling ook bij lagere toerentallen
mogelijk is. Er wordt daarom een toerental net boven het stilstandspunt aanbevolen.
Uitgangsvariabelen
Koeling
Stapgrootte
Gew. temp. referentie
Tijdvenster
T.ref > T.ref.MIN
132
Algehele vrijgave van de functie (digitale waarde AAN/UIT)
Analoog ingangssignaal van de sensor, welke de functie activeert
Analoge waarde voor de drempelwaarde T.ref.MIN, welke de functie
activeert
Analoge waarde voor een offsetwaarde op de minimale tempera-
tuur referentie
Tijdvenster voor de actieve koeling
Weergave van de drempelwaarde (ingangsvariabele)
Inschakeldifferentie op T.ref.MIN
Uitschakeldifferentie op T.ref.MIN
Vastlegging van de stapgrootte voor de pomp, keuze van de ana-
loge uitgang
Status pomp AAN/UIT, keuze van de uitgang
Uitgave van de actuele stapgrootte, keuze van een analoge uitgang
voor elektronische pompen
Weergave van de drempelwaarde T.ref.MIN inclusief offsetwaarde
Status AAN, indien tijdvenster optreedt
Status AAN, indien T.ref. > (T.ref.MIN + offsetwaarde + Diff.)