Energiemanager
Functieomschrijving
De energiemanager beheert maximaal 12 vermogensregeling-functies. De (gebruikelijke) door de
CAN-EZ3 gemeten en berekend beschikbaar overvloedig vermogen wordt op basis van diverse
parameters en definieerbare prioriteiten over de gekoppelde vermogensregelingen verdeeld.
Ingangsvariabelen
Vrijgave
Energie uit net
Gewenste waarde
• De ingangsvariabele Energie uit net wordt met de systeemwaarde „Werkelijk vermogen totaal"
van de gebruikte energiemeter verbonden
• De gewenste waarde (standaard: -500 W) biedt een mogelijkheid, kortstondig netgebruik te
verhinderen (= tolerantiewaarde).
Zonder een dergelijke tolerantiewaarde kan het voorkomen, dat aan de verbruiker een gewenst
vermogen wordt opgegeven, welke niet (meer) intern wordt geproduceerd, en daardoor wordt
kortstondig stroom uit het net gebruikt, om het gewenste vermogen te bereiken. Door de
opgave van een negatieve waarde wordt in plaats hiervan eerder stroom in het net geladen.
• Alle ingangsvariabelen, welke op het vermogen betrekking hebben, kunnen waardes in de een-
heden W of kW bevatten. De herkenning van de eenheid geschiedt automatisch.
Parameters
Aantal gekoppelde func-
ties
Gekoppelde functies
Prioriteit
• Een verknoping met de vermogensregeling-functies is niet nodig. In plaats hiervan wordt de
parameter gekoppelde functies gebruikt.
Uitgangsvariabelen
Restvermogen
Gebruikt vermogen
• Deze uitgangsvariabelen dienen alleen voor de weergave in bv. een functieoverzicht. De ver-
bruikers worden met de uitgangsvariabelen van de gekoppelde vermogensregeling-functies
verbonden.
Algehele vrijgave van de functie (digitale waarde AAN/UIT)
Actueel netgebruik
• Negatief, indien stroom naar het net wordt gestuurd
• Positief, indien stroom vanuit het net wordt gebruikt
Gewenste waarde netgebruik
Aantal gekoppelde vermogensregeling-functies
Na een klik kunnen gekoppelde vermogensregeling-functies opge-
geven worden.
Aan de als gekoppeld ingestelde vermogensregeling-functies kun-
nen hier prioriteiten worden toegewezen. Is overvloedig vermogen
beschikbaar, wordt deze eerst door de vermogensregeling met prio-
riteit 1 (= hoogste prioriteit) gebruikt. Pas bij het bereiken van zijn
maximaal vermogen wordt de functie met de opvolgende prioriteit
actief.
Wordt aan twee vermogensregelingen dezelfde prioriteitsstap toe-
gewezen, heeft degene met het laagste functienummer (volgens
programmering) voorrang.
Niet gebruikt vermogen (zonder inachtname van de gewenste waarde)
Gebruikt deel van het beschikbare vermogen
Energiemanager
45