Analoge functie
Basisschema
Minimum, Maximum, Gemiddelde waarde, Som, Filter, Multiplexer
Functiebeschrijving
De analoge functie bepaalt de hoogste of kleinste waarde van de ingangsvariabelen volgens het
basisschema. Een Multiplexer kiest uit de ingangsvariabelen een waarde uit en geeft de waarde
als uitgangsvariabele uit. Een Demultiplexer geeft de ingangswaarde op een uitgekozen uit-
gangswaarde uit. Daarnaast stelt de functie ook eenvoudige rekenopgaves ter beschikking
(Gemiddelde waarde, Som, Filter en Helling).
Ingangsvariabelen
Vrijgave
Uitkomst (vrijgave = uit)
Keuze Multiplexer
Ingangsvariabele
1 - (maximaal) 10
• Wordt de analoge functie geblokkeerd (Vrijgave = uit), geeft deze een waarde uit, welke ofwel
door de gebruiker door "Uitkomst (vrijgave = uit)" vastgelegd wordt of van een eigen bron
afstamt. Hiermee is via de vrijgave de omschakeling tussen analoge waardes mogelijk.
• Met bron „Gebruiker" op een ingangsvariabele kan een instelbare getalswaarde vastgelegd
worden.
• Er kunnen op de ingangen ook digitale signalen verwerkt worden: is de toestand UIT wordt
voor de berekening nul als waarde van deze ingangsvariabelen gebruikt, is de toestand AAN
wordt de ingestelde offsetwaarde uit het parametermenu genomen.
Algehele vrijgave van de functie (digitale waarde AAN/UIT)
Analoge waarde voor de uitkomst, indien de vrijgave UIT is
Analoge dimensieloze waarde voor de keuze van de ingangsvaria-
belen (Multiplexer) of uitgangsvariabelen (Demultiplexer)
Analoge waardes voor de berekening volgens de modus.
Het aantal ingangsvariabelen wordt in het parametermenu vastge-
legd of door de modus opgegeven.
17