2.7
Hydraulische installatie
Standaarduitrusting: bediening rechtstreeks via de ventielenblokken van de trekker
Alle hydraulische functies van de machine worden bediend via de ventielenblokken van de trekker.
Voor de olietoevoer zijn de afzonderlijke hydraulische componenten van de machine steeds direct
gekoppeld aan de hydraulische installatie van de trekker.
Speciale uitrusting: bediening via bedieningspaneel
Diverse hydraulische functies van de machine worden via een bedieningspaneel bediend. Hiervoor
zijn de verschillende hydraulische componenten van de machine aangesloten op het
elektrohydraulische stuurblok van de machine.
Voor de olietoevoer naar de hydraulische installatie van de machine is het elektrohydraulische
stuurblok gekoppeld aan de hydraulische installatie van de trekker.
Voor het uitvoeren van de verschillende hydraulische functies is een permanente oliecirculatie tussen
de trekker en het elektrohydraulisch stuurblok vereist.
De hydraulische installatie van de machine is klaar voor gebruik wanneer:
•
het elektrohydraulische stuurblok is gekoppeld aan de hydraulische installatie van de trekker en
•
de oliecirculatie tussen trekker en machine via het ventielenblok op de trekker is ingeschakeld.
(1) Slangenhouder voor het correct
opbergen van toevoerleidingen.
Aperion 2101, Aperion 2401, Aperion 3401 05.18
Fig. 14
De bedieningssnelheid van de hydraulische functies (hydraulische
componenten) is afhankelijk van de hydraulische installatie van de
trekker.
Afhankelijk van het type trekker kan een correctie van de ingestelde
bedieningssnelheid op het ventielenblok van de trekker/stuurblok van
de machine nodig zijn.
Productbeschrijving
25