INDUCTIEKOOKPLAAT
TYPES PANNEN
Dit type apparaat kan alleen worden gebruikt met bepaalde
pannen. Ga na of de pan voorzien is van het symbool
De panbodem moet van ijzer of staal/ijzer zijn om het
magnetische veld te genereren dat nodig is voor het
verwarmingsproces.
OPMERKING
Pannen van de volgende materialen zijn
niet geschikt:
•
glas
•
porselein
•
keramiek
•
staal,
aluminium
magnetische bodem.
Om na te gaan of een pan geschikt is, kan hij met een
beetje water erin op een ingeschakelde kookzone worden
gezet. Als
op het display verschijnt in plaats van het
vermogen, is de pan niet geschikt.
De pannen die gebruikt worden om te koken moeten een
diameter van minstens 120 mm hebben om de werking te
verzekeren.
Het is mogelijk om pannen te gebruiken die groter zijn dan
de kookzones, maar het is belangrijk dat de panbodem
geen andere kookzones raakt en altijd midden op de zone
staat.
Het midden van de zone wordt aangegeven door een
zeefdruk op de plaat.
De vier inductiezones hebben elk een oppervlak van 21x19
cm.
OPMERKING
Gebruik
alleen
bedoeld zijn voor inductiekoken, met een
volkomen vlakke, dikke bodem. Gebruik
geen pannen met een holle of bolle bodem.
of
koper
zonder
pannen
die
speciaal
PANDETECTOR
Elke plaat is voorzien van een "pandetector" die ervoor
zorgt dat het koken alleen begint als een geschikte pan
goed gepositioneerd op de plaat staat.
Als geprobeerd wordt om de kookzone in te schakelen
zonder of met een verkeerd geplaatste pan, of met een pan
die niet van het juiste materiaal is, verschijnt na enkele
seconden het symbool op het display van de betreffende
zone om de gebruiker te waarschuwen dat er sprake is van
een fout.
Fig. 12
77