Reparatie
Elektrische motor
De motor testen
Als de motor niet is vergrendeld door pompen, kan hij
met een 9V-batterij worden getest.
1. Open de hercirculatieventielen.
2. Koppel de motoraansluitingen los uit de
besturingskaart; zie A
doorverbindingsdraden van de batterij naar de
motoraansluitingen aan. De motor moet
langzaam en gelijkmatig lopen.
Verwijdering
Zie bedradingsschema op pagina 45.
1. Zie Voor u begint met de reparatie, pagina 39.
2. Ontlast de druk. Volg de Drukontlastings-
procedure, pagina 24.
3. Verwijder de vier schroeven (91), de kap (89)
en de montagebeugels (233). Zie A
4. Verwijder de ventilatoren (16) en koppel de kabel
(80) los. Zie A
. 20.
FB
5. Verwijder de aandrijfhuis. Zie Aandrijfhuis,
pagina 52.
6. Verwijder de kap van de displaybesturing (26).
Ontkoppel de motorkabels als volgt:
a. Koppel de connector van de stroomvoorziening
voor de motor los voor het ferriet (88).
b. Koppel de kabelboom van de schakelaar
voor de motortemperatuur los van connector
J9 en verwijder de aardingskabel van
de aardingsschroef.
7. Verwijder het RES-reservoir. Zie De toevoertank
verwijderen, pagina 39.
8. Knip de kabelbinders door.
54
. 12, pagina 45. Raak de
FB
. 18.
FB
9. Schroef de kabelboom van de schakelaar voor
de motortemperatuur en de oververhittingsscha-
kelaar los uit de onderzijde van de besturings-
module en het kabelkanaal, om de motor vrij
te maken.
De motor kan beschadigd raken wanneer u hem laat
vallen. Het kan nodig zijn om de motor met twee
personen op te tillen om te voorkomen dat hij valt.
10. Verwijder de schroeven (15) die de motor (201)
vastmaken aan de beugel. Til de motor van
de eenheid.
11. Verwijder de montagebouten van de kap (207)
en de beugels (233) wanneer u de motor
terugplaatst, en zet deze apart.
Installatie
1. Installeer de ventilatorassemblages (16) en
montagebeugels van de kap (233) op de nieuwe
motor (201) wanneer u de motor terugplaatst.
2. Plaats de motor (201) en ventilatoren (16)
op de unit. Schroef de kabelboom van de
motorschakelaar door de pakkingringen in het
onderstel en in de achterzijde van het display.
Zie A
. 24, pagina 73.
FB
3. Maak de motor (201) vast met de schroeven (15)
onderaan. Nog niet vastdraaien.
4. Sluit de kabelboom van de schakelaar voor de
motortemperatuur aan op connector J9 en de
aardingskabel van de aardingsschroef.
5. Sluit de connector voor stroomvoorziening van
de motor aan.
6. Bevestig alle kabels aan het frame van het
onderstel met kabelbinders.
7. Installeer de nieuwe displaybesturingskap (26).
8. Monteer de toevoertank.
9. Installeer het aandrijfhuis. Zie Aandrijfhuis,
pagina 52. Sluit de inlaten weer aan op de
pompen.
10. Draai de schroeven (15) aan tot 17 N•m
(150 in.-lbs).
11. U kunt het systeem weer gebruiken.
LET OP
333107L