4
Klik op [Preview] (Voorbeeld).
Er wordt een voorbeeld van de afbeelding weergegeven.
5
Geef scangedeeltes op als u bepaalde delen van een document wilt scannen.
"Een scangedeelte opgeven (bijsnijdkader)"
6
Klik op [Scan] (Scannen).
Werkbalk in de geavanceerde modus
Als u alle taken wilt uitvoeren met de knoppen op de werkbalk, moet u de afbeelding weergeven in het
voorbeeldgebied.
[
] (Wissen)
[
] (Bijsnijden)
[
] (Verplaatsen)
[
] (Zoomen)
[
] (Linksom
draaien)
[
] (Rechtsom
draaien)
[
] (Gegevens)
[
] (Automatisch
bijsnijden)
[
] (Bijsnijdkader
verwijderen)
[Alles
bijsnijdbewerkingen
selecteren]
De voorbeeldafbeelding verwijderen. De instellingen die zijn opgegeven met de knoppen op de
werkbalk en de kleurinstellingen worden allemaal gewist.
Het scangebied opgeven.
De vergrote afbeelding verplaatsen.
De voorbeeldafbeelding vergroten of verkleinen.
Met de linkermuisknop klikken
De afbeelding vergroten.
Met de rechtermuisknop klikken
De afbeelding verkleinen.
De afbeelding 90 graden naar links draaien.
De afbeelding 90 graden naar rechts draaien.
De gegevens van de gescande afbeelding weergeven.
Het bijsnijdgebied van de afbeelding automatisch instellen.
"Een scangedeelte opgeven (bijsnijdkader)"
De geselecteerde bijsnijdkaders verwijderen.
De instellingen die worden opgegeven op het tabblad [Geavanceerde modus] worden toegepast
op alle bijsnijdkaders.