3
4
5
6
7
negenentwintig kopieën)"
Druk op [
dichtheidsinstellingen op te geven indien noodzakelijk.
"De dichtheid aanpassen"
Druk op [
]-indicator gaat knipperen.
Druk op [
] of [
] om "C" weer te geven.
Druk op [
]. Een kant van de kaart (de kant op de glasplaat)
wordt gescand.
Na het scannen, knippert "C".
Draai de kaart om.
Plaats de kaart zodat het midden van de kaart is uitgelijnd met de pijl.
Als u de kaarten
horizontaal wilt
plaatsen
Als u de kaarten
verticaal wilt
plaatsen
Plaats de kaart 5 mm vanaf de linkerrand van de glasplaat.
Plaats een kaart op de linkerhelft van de glasplaat.
] (toets kopieerinstelling) om de
] (toets kopieerinstelling) zodat de [