20. Onderhoud en reparaties
De gebruiker en begeleider zijn verantwoordelijk voor het klein onderhoud van
de rolstoel en in sommige gevallen ook voor het vaststellen van fouten.
Werkzaamheden anders dan in dit hoofdstuk beschreven, moeten onder
toezicht van of door uw geautoriseerde leverancier worden uitgevoerd.
20.1 Accu's opladen
De rolstoel is voorzien van twee onderhoudsvrije accu's. Bij normaal gebruik
moeten de accu's elke dag worden opgeladen. Het makkelijkste is om de
accu's 's nachts op te laden.
● Laad de accu's van de rolstoel alleen op in een goed geventileerde
ruimte, verwijderd van warmtebronnen, vonken en open vuur.
● Schakel de rolstoel uit voordat u de accu's oplaadt.
● Zorg ervoor dat de laadkabel geen struikelgevaar vormt.
● Wanneer de acculader wordt losgekoppeld van de rolstoel, moet ook
stekker van de lader uit het stopcontact worden gehaald.
● Zorg dat er voldoende ruimte is rond de acculader om te voorkomen dat
deze oververhit raakt.
Houd rekening met bovenstaande en laad de accu's op door eerst de
acculader aan te sluiten op de laadaansluiting op de rolstoel. Steek
vervolgens de stekker van de acculader in het stopcontact. Raadpleeg de
handleiding van de acculader voor eventueel andere voorzorgsmaatregelen
en richtlijnen. Wanneer de rolstoel gedurende langere tijd niet wordt gebruikt,
moet u de accu's om de vier weken opladen om ze in goede conditie te
houden. Wanneer de accu's niet regelmatig worden opgeladen, neemt de
laadcapaciteit snel af.
20.2 Kortstondige opslag
Om de accu's in goede conditie te houden en goed te kunnen opladen, is het
belangrijk dat de temperatuur in de opslagruimte niet lager wordt dan 5 °C.
Als de temperatuur daalt tot onder de 5 °C, is de kans groter dat de accu's niet
volledig worden opgeladen en neemt bovendien het risico op corrosie toe.
114