● Controleer om de vier weken de bandenspanning en pomp de banden
indien nodig op.
Controleer de banden ook op slijtage en schade. Vervang ze indien nodig.
● Laat de rolstoel elk jaar controleren door uw leverancier.
● Wijzig de geprogrammeerde rijprofielen van de rolstoel niet, deze zijn
gebruikersspecifiek. Neem altijd contact op met uw leverancier wanneer de
profielen vanwege veranderde omstandigheden moeten worden aangepast.
Zorg ervoor dat de remmen altijd zijn ingeschakeld wanneer de rolstoel op
een helling staat (niet in vrijloopmodus).
Als de vrijloopmodus is ingeschakeld, bestaat de kans dat de rolstoel
ongecontroleerd begint te rijden. Dit kan leiden tot persoonlijke of materiële
schade.
14.7 Helling af rijden
Rijd altijd langzaam en voorzichtig wanneer u van een helling af rijdt. Voorkom
abrupt remmen en snelle stuurbewegingen en zorg ervoor dat de rijsnelheid
nooit hoger is dan de snelheid waarbij u de rolstoel nog veilig kunt besturen.
Houd er altijd rekening mee dat de rijeigenschappen van de rolstoel op
hellingen anders zijn dan op een vlakke ondergrond.
Max. berijdbare hellingshoek
78