3. Beweeg de maaihoogtehendel naar voren en naar
achteren om de maaihoogte te verhogen.
Let op:
De geselecteerde maaihoogte wordt
weergegeven met de cijfers 1-7 op het maaidek. Zie
de onderstaande tabel.
Nummer
Maaihoogte, mm/inch
1
30/1,2
2
40/1,6
3
52/2
4
64/2,5
5
76/2,3
6
93/3,7
7
112/4,4
4. Stel de parallelliteit van het maaidek af. Zie
uitlijning van het maaidek afstellen op pagina 169 .
160
De cabineverwarming gebruiken
1. Schakel de cabineverwarming in (A) en uit (B) met
de klep op de slang aan de rechterzijde van het
pedaal voor vooruitrijden.
ON
OFF
2. Draai de luchtstroomafsteller om de luchtstroom
(0-3) in te stellen.
3. Trek de circulatiehendel naar rechts (A) om de
luchtcirculatieklep in te schakelen. Trek de
circulatiehendel naar links (B) om de
luchtcirculatieklep uit te schakelen.
Motor uitschakelen
1. Parkeer het product op een vlakke ondergrond.
2. Schakel de parkeerrem in.
De
3. Druk de PTO-knop in om de aandrijving op het
maaidek uit te schakelen.
A
B
1593 - 005 - 25.10.2021
A
B