3. Als het product begint te bewegen, moet u de
parkeerrem door een erkende servicewerkplaats
laten afstellen.
4. Trek de parkeerrem naar achteren om de
parkeerrem uit te schakelen.
Controleren of het maaidek correct is
uitgelijnd
1. Controleer de bandenspanning. Zie
op pagina 175 .
2. Parkeer het product op een vlakke ondergrond.
3. Zet het maaidek omlaag in de maaistand.
4. Zet de maaihoogtehendel in de middelste stand.
5. Meet de afstand tussen de bodem en de voorste en
achterste rand van het maaidek.
a) Meet Combi 132 en Combi 155 in twee
gebieden. Zorg dat de achterste rand 6 tot 9 mm
hoger is dan de voorste rand.
b) Meet Combi 132 X en Combi 155 X in vier
gebieden. Zorg dat de achterste rand 6 tot 9 mm
hoger is dan de voorste rand.
1593 - 005 - 25.10.2021
6. Stel het maaidek zo nodig af. Zie
De uitlijning van het maaidek afstellen
1. Draai aan de geleidingsstang om deze langer of
Bandenspanning
2. Draai de moeren op de geleidingsstang vast.
3. Controleer de uitlijning. Zie
het maaidek afstellen op pagina 169 .
korter te maken. Maak de geleidingsstang langer om
de achterste rand van het maaidek hoger te zetten.
Maak de geleidingsstang korter om de achterste
rand van het maaidek lager te zetten.
Let op:
Voor Combi 132 X, Combi 155 X stelt u
de geleidingsstangen aan de twee zijden af.
maaidek correct is uitgelijnd op pagina 169 .
De uitlijning van
Controleren of het
169