S
TANDAARD SNELHEIDSMETING
waarde weergegeven; als het voertuig naar u
toe bewoog, wordt de snelheid als een positieve
waarde getoond.
Zolang u de trekker ingedrukt houdt, kan het
UltraLyte instrument de snelheid opnieuw
proberen te meten, afhankelijk van de configu-
ratie tot 10 keer of meer. Daarom is het zeer
belangrijk dat u de richtpunt constant op het
voertuig gericht houdt gedurende de
volledige meettijd. Als u het instrument van het
aangemikte voertuig af wordt bewogen, kan de
snelheid niet worden gemeten en verschijnt er
een foutmelding.
De JAM indicator
Wanneer uw instrument daarvoor is geconfigu-
reerd, kan de JAM indicator op de display van
het achterpaneel gaan knipperen en klinkt er
een geluidssignaal. Dit geeft aan dat het
instrument door licht 'overspoeld' wordt en zijn
eigen signaal niet goed kan detecteren.
22
Dit kan twee dingen betekenen: ofwel u richt op
een sterke lichtbron, zoals koplampen, of de
bestuurder van een voertuig gebruikt een laser
storingsapparaat (jamming device).
Ongeacht de sterkte van de storing wordt er
nooit een foutieve snelheidsmeting verkregen.
Bij een laag storingsniveau krijgt u een goede
snelheidsmeting, ook al klinkt de jam-toon en
knippert de indicator. Bij een hoge mate van
storing verschijnt foutmelding E07.
Gezichtslijn
U moet ervoor zorgen dat u te allen tijde een
onbelemmerde gezichtslijn naar het voertuig
hebt. Als een object de laserstraal blokkeert
terwijl er een snelheidsmeting plaatsvindt,
verschijnt er een foutmelding.
Het cosinus effect
Als een voertuig direct naar u toe of van u af
beweegt, is de snelheid die door de UltraLyte
wordt gemeten identiek aan de werkelijke