U kunt de startsnelheid van verzenden wijzigen. Deze instelling is handig wanneer er problemen zijn bij het
opstarten van de verzending van een document vanwege een slechte lijn.
●
Als de verzending van uw document traag op gang komt, kan dit betekenen dat de telefoonlijnen in
uw district in slechte staat zijn. Selecteer een lagere snelheid. U kunt <33600 bps>, <14400 bps>,
<9600 bps>, <7200 bps>, <4800 bps> of <2400 bps> selecteren.
●
Zet
<Autom. comm.snelheid aanpassen bij gebruik VoIP>(P. 1089) op <On> om faxen
nauwkeuriger te verzenden en te ontvangen wanneer de lijn of een andere partij gevoelig is voor
fouten. De communicatiesnelheid is beperkt tot <14400 bps> of langzamer, waardoor fouten worden
verminderd. Als <Autom. comm.snelheid aanpassen bij gebruik VoIP> is ingesteld op <Off> keert de
snelheid terug naar de waarde die wordt weergegeven in <TX startsnelheid>.
<R-toets instelling>
<Functie-instellingen>
Als het apparaat via een telefooncentrale met het netwerk is verbonden, moet de toegangsmethode worden
ingesteld. U kunt het type telefooncentrale instellen op <Prefix> of <Verbreken>. Als u het nummer voor het
kiezen van een buitenlijn toewijst aan de R-toets, kunt u eenvoudig een buitenlijn kiezen.
<Bevestig ingevoerde faxnummer>
<Functie-instellingen>
Om te voorkomen dat een fax naar een verkeerde bestemming wordt verzonden, kunt u aangeven of een
invoerbevestigingsscherm moet worden weergegeven bij het invoeren van een faxnummer.
<Verzending via faxstuurprogramma toestaan>
<Functie-instellingen>
U kunt aangeven of faxen vanaf een computer is toegestaan.
<Controleer vr verzending wnnr faxbest. is opgegeven>
<Functie-instellingen>
U kunt aangeven of een bestemmingenbevestigingsscherm moet worden weergegeven bij het verzenden naar
bestemmingen met faxen. Hiermee voorkomt u dat een fax naar een verkeerde bestemming wordt verzonden.
<Beperk groepsverz. als faxbestemming is opgegeven>
<Functie-instellingen>
U kunt aangeven of verzenden naar meerdere bestemmingen met faxen tegelijkertijd moet worden beperkt.
<Serveradres fax op afstand>
<Functie-instellingen>
Geef het IP-adres of de hostnaam van externe-faxservermachine op.
<TX timeout>
<Functie-instellingen>
Als de externe faxserver niet reageert gedurende de tijd die is ingesteld voor de TX-time-out, wordt de externe
faxopdracht geannuleerd.
Instellingen/Registratie
<Verzenden>
<Faxinstellingen>
<Verzenden>
<Faxinstellingen>
<Verzenden>
<Faxinstellingen>
<Verzenden>
<Faxinstellingen>
<Verzenden>
<Faxinstellingen>
<Verzenden>
<Faxinstellingen>
<Verzenden>
<Faxinstellingen>
1088
<Instellingen TX fax op afstand>
<Instellingen TX fax op afstand>