Bediening Indicatie Output; Afstandsbediening En Knx-Ruimtesensoren - Salda Smarty XP Montage En Installatiehandleiding
Verberg thumbnails
Zie ook voor Smarty XP:
- Installatie- en montage instructie (44 pagina's) ,
- Installatie- en montage instructie (72 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
De functie systeemmodusschakelaar kan gebruikt worden om één vooraf geselecteerde systeemmodus in te schakelen. De systeemmodus voor
deze schakelaar kan op deze manier worden ingesteld:
• In het CONFIGURATION-venster selecteert u ONLINE CONFIGURATION EXTENDED en drukt op OK bij de waarschuwing. Wacht tot het apparaat in
configuratiemodus schakelt.
• Selecteer D2 als een van de mogelijke selecties:
1. INPUT ROOM OPERATING MODE COMFORT;
2. INPUT ROOM OPERATING MODE ECONOMY;
3. INPUT ROOM OPERATING MODE UNOCCUPIED;
4. INPUT ROOM OPERATING MODE PROTECTION.
De snelle ventilatieschakelaar kan gebruikt worden om ventilatorsnelheid te boosten. Om de D2-input te configureren als snelle ventilatieschake-
laar:
• In het CONFIGURATION-venster selecteert u ONLINE CONFIGURATION EXTENDED en drukt op OK bij de waarschuwing. Wacht tot het apparaat in
configuratiemodus schakelt.
• Selecteer D2 als RAPID VENTILATION INPUT.
Na configuratie van de D2-invoer drukt u op APPLY – RESTART DEVICE en wacht tot de configuratie wordt toegepast. Druk op DONE na bevestiging
dat het apparaat geactiveerd is.
10.6. BEDIENING INDICATIE OUTPUT
Standaard is de indicatieoutput geconfigureerd voor indicatie van inschakeling van een type alarm (A of B) van de unit. De output kan opnieuw
geconfigureerd worden om alleen een ingeschakeld B-alarm weer te geven:
• In het CONFIGURATION-venster selecteert u ONLINE CONFIGURATION EXTENDED en drukt op OK bij de waarschuwing. Wacht tot het apparaat in
configuratiemodus schakelt.
• Verander Y1 met de waarde A - ALARM INDICATION OUTPUT, B - ALARM INDICATION OUTPUT (afhankelijk van de gewenste indicatiefunctie).
• Druk op APPLY – RESTART DEVICE en wacht tot de configuratie wordt toegepast. Druk op DONE na bevestiging dat het apparaat geactiveerd is.
10.7. AFSTANDSBEDIENING EN KNX-RUIMTESENSOREN
• In het CONFIGURATION-venster selecteert u ONLINE CONFIGURATION BASIC en drukt op OK bij de waarschuwing. Wacht tot het apparaat in config-
uratiemodus schakelt.
Om de afstandsbediening te configureren:
• Stel de waarde POS8.4420 of POS8.4440 in voor de POS8-parameter van de SELECTION FOR ROOM OPERATOR UNIT (afhankelijk van de afstands-
bediening).
Om de QMX3.P30-ruimtesensor te configureren:
• Stel de SELECTION FOR ROOM SENSOR QMX3.P30 in op ACTIVE.
Om de QMX3.P40-ruimtesensor te configureren:
• Stel de SELECTION FOR ROOM SENSOR QMX3.P40 in op ACTIVE.
Om de QMX3.P70-ruimtesensor te configureren:
• Stel de SELECTION FOR ROOM SENSOR QMX3.P70 in op ACTIVE.
• Druk op APPLY – RESTART DEVICE opnieuw starten en wacht tot de configuratie wordt toegepast. Druk op DONE na bevestiging dat het apparaat
geactiveerd is.
SMARTY v2023.2
NL |
55
Advertenties
Inhoudsopgave
