Informatie over
de geluidsemis-
sie
Gevaar door
schadelijke gas-
sen en dampen
10
-
schadelijke lasrook en -gassen
Personen die tijdens het lassen bezig zijn met het werkstuk, moeten geschikte
beschermende kleding dragen met de volgende eigenschappen:
-
moeilijk ontvlambaar
-
isolerend en droog
-
het hele lichaam bedekkend, onbeschadigd en in goede toestand
-
veiligheidshelm
-
broek zonder omslag
Onder het dragen van beschermende kleding wordt onder meer verstaan:
-
Het afschermen van ogen en gezicht met een laskap die is uitgerust met
de juiste filters ter bescherming tegen UV-straling, hitte en vonken.
-
Het dragen (achter de laskap) van een geschikte lasbril met zijbescher-
ming.
-
Het dragen van stevige schoenen die ook onder vochtige omstandighe-
den isoleren.
-
Het beschermen van de handen met geschikte handschoenen (elektrisch
isolerend, hittebestendig).
-
Het dragen van gehoorbescherming ter vermindering van de geluidsbe-
lasting en ter voorkoming van gehoorschade.
Personen, vooral kinderen, tijdens het gebruik van het apparaat en tijdens het
lassen van de werkplek weghouden. Bevinden zich echter nog personen in de
omgeving, dan:
-
wijst u deze op alle mogelijke gevaren (schade aan de ogen door het licht
van de boog, letstel door vonken, schadelijke lasrook, geluidsbelasting, ri-
sico van schokken door net- of lasstroom, enz.)
-
stelt u geschikte veiligheidsmiddelen ter beschikking of
-
installeert u geschikte beschermwanden en beschermgordijnen.
Het apparaat produceert in onbelaste toestand en in de afkoelfase na het uit-
voeren van werkzaamheden een maximaal geluidsniveau van <80 dB(A) (ref.
1pW) overeenkomstig het maximaal toelaatbare arbeidspunt bij normbelas-
ting volgens EN 60974-1.
Voor het lassen (en snijden) zelf kan een werkplekspecifieke emissiewaarde
niet worden gegeven, aangezien deze afhangt van de lasmethode (of snijme-
thode) en de omgeving. De emissiewaarde is afhankelijk van uiteenlopende
parameters, zoals het toegepaste lasproces (MIG/MAG-, TIG-lassen), de ge-
kozen stroomsoort (gelijkstroom, wisselstroom), het vermogen, het type werk-
stuk, de resonantie-eigenschappen van het werkstuk, de omgeving van de
werkplek, enz.
De rook die bij het lassen ontstaat, bevat gassen en dampen die een gevaar
voor de gezondheid vormen.
Lasrook bevat stoffen die onder bepaalde omstandigheden geboorteschade
en kanker kunnen veroorzaken.
Houd uw gezicht uit de buurt van lasrook en gassen.
Er ontstaan rook en schadelijke gassen
-
niet inademen
-
via een geschikte methode afzuigen uit de werkplaats.
Zorg voor voldoende aanvoer van frisse lucht - ventilatievolume van minimaal
20 m³/uur
Indien de ventilatie onvoldoende is, gebruikt u een ademhalingsmasker met
luchttoevoer.